Het starten van een verzopen motor
Let op: Deze paragraaf verwijst naar motors die verzopen zijn
met benzine, GEEN motors met hevige waterschade. Wanneer
uw aggregaat verzopen is met water brengt u deze voor
reparatie naar een geautoriseerd GMC service center
•
Om een brandstof verzopen motor te kunnen starten,
dienen de volgende kleine onderhoudspunten uitgevoerd
te worden:
1. Open de bougiedop (10) en verwijder de bougie met
behulp van de inbegrepen sleutel
2. Wanneer de bougie besmeurd is of doorweekt is met olie, maakt u deze schoon. Verwijs
naar de onderhoudssectie, Vervang de bougie wanneer vereist
3. Verwijder overtollige brandstof uit de verbrandingskamer door de motor een aantal keer
aan te slingeren, met een ontkoppelde bougie. Doe dit door langzaam aan het startkoord
NL
(16) te trekken
4. Draai de bougie stevig met behulp van de sleutel vast
Let op: Het is aangeraden gebruik te maken van een geschikte bougiesleutel (niet
inbegrepen), gesteld op 20 Nm, voor het afstellen van de bougie
5. Herhaal de startcyclus, alsof de motor al warm is
Het gebruik van de aggregaat op hoogte
• De aggregaat kan veilig en effectief gebruikt worden op de maximale hoogte weergegeven
in de specificaties
• Met elke hoogtestijging van 300 meter verminderd de motor capaciteit met ongeveer 3,5%
• Het gebruik op verdere hoogtes vereist aanpassingen aan de carburateur, waar de lucht/
brandstof mix te dik wordt voor de motor. Neem contact op met uw GMC handelaar voor
advies betreft het gebruik op hoogtes
Het selecteren van de spanning
Let op: De aggregaat is voorzien van een dubbele spanningsuitgang en kan schakelen
tussen het voorzien van elektrische stroom naar de 110 V stopcontacten (3) of de 230 V
stopcontacten (6)
1. Plaats de selectieschakelaar (4) in de gewenste stand
2. Schakel de stroombreker (7) in
3. Check of de spanningsmeter (2) de juiste spanning weergeeft
Let op: De machine is niet in staat beide stopcontacten te voorzien van elektrische stroom
Het aansluiten van apparaten
Let op: De aggregaat is ontworpen voor het leveren van vermogen voor elektrische machines
en kleine tot middel grote huishoudelijke apparaten. De eenheid is voorzien van een
automatische spanningsregulator, welke een stabiele AC output voorziet en snel compenseert
voor energiestoten. Delicate apparaten die erg gevoelig zijn voor veranderingen in spanning
en frequentie (als computers, televisies, geluidsapparatuur, etc.) mogen enkel op de
aggregaat aangesloten worden met gebruik van geschikte beschermende middelen. Dit geld
tevens voor caravans met permanent geïnstalleerde apparatuur, voorzien bij deze aggregaat.
WAARSCHUWING: Voordat u een apparaat op de eenheid aansluit, zorgt u ervoor dat de
stroomsterkte binnen de limiet van de aggregaat valt. Bij het aansluiten van meerder lasten,
sluit u de zwaarste last eerst aan, gevolgd door de lichtere lasten. Zorgt ervoor dat de totale
stroomsterkte van alle aangesloten apparaten binnen de capaciteit van de aggregaat valt.
WAARSCHUWING: apparaten met een elektrische motor vereisen een grotere startspanning.
Wanneer de startspanning van apparaten hoger is dan de maximale output van de aggregaat,
start het apparaat mogelijk niet.
Let op: Bij het gebruik van verlengsnoeren dient de totale
lengte bij een dwarsdoorsnede van 1,5 mm2 binnen 60 meter
te vallen. Bij een dwarsdoorsnede van 2,5 mm2 dient de
lengte binnen 100 meter te vallen
1. Met een draaiende motor plaatst u de stroombreker (7) in
de uit stand
2. Zorg ervoor dat de machine het juiste spanningsniveau
voorziet (Zie: 'Het selecteren van de juiste spanning') en
aan de aardvereisten voldoet (Zie: 'Het aarden van de
aggregaat')
3. Sluit de stekker van het apparaat op het juiste contactpunt
aan:
• 110 V apparaten: gele 110 V stopcontacten (3)
• 230 V apparaten: zwarte 230 V stopcontacten (6)
4. Plaats de stroombreker in de aan stand
5. Schakel het apparaat in
Het stoppen van de motor
1. Schakel alle aangesloten apparaten uit, schakel de
stroombreker (7) uit en ontkoppel alle apparaten van de
eenheid
2. Schakel de motor schakelaar (1) in de uit stand
3. Sluit het brandstofventiel (17) door deze in de uit stand te
draaien (horizontaal)
Let op: In een noodgeval kan de motor snel gestopt worden
met behulp van de motor schakelaar (1). Bovenstaande
manier hoort te allen tijde gevolgd te worden om de eenheid
op de correcte manier uit te schakelen
WAARSCHUWING: Bij een overmatig motorgeluid/trilling,
rook- en geurontwikkeling (anders dan uit de motoruitlaat),
defecte elektrische onderdelen of bij storing in de aangesloten
apparaten schakelt u de machine onmiddellijk uit
Accessoires
•
Reserve onderdelen zijn verkrijgbaar bij uw GMC
handelaar of via www.toolsparesonline.com
Onderhoud
WAARSCHUWING: Bij het onderhouden van de machine is het dragen van de geschikte
beschermende uitrusting, waaronder een veiligheidsbril, handschoenen vereist. Zorg te allen
tijde voor een goede ventilatie
WAARSCHUWING: Gebruik de machine niet in de buurt van open lammen. Rook niet in de
buurt van de machine en zorg ervoor dat gemorste brandstoffen ontbrandingsbronnen niet
kunnen bereiken
WAARSCHUWING: Wanneer brandstof of olie tijdens het onderhoud verwijderd wordt, doet u
dit in een afsluitbare container, volgens wetten en regels
WAARSCHUWING: Schakel de machine uit en wacht tot alle onderdelen volledig zijn
afgekoeld (met uitzondering van de olie; verwijs naar: 'Het vervangen van de olie'), voordat u
enige schoonmaak en/of onderhoud uitvoert
Let op: Het onderhoudsschema hoort volgens het gebruiksgedrag aangepast te worden.
Wanneer de eenheid regelmatig, en/of in zware omstandigheden gebruikt wordt, verkort u de
onderhoudsintervallen
26