•
Maak te allen tijde gebruik van een aardlekschakelaar met een maximale lekstroom van
30 mA en een reactietijd van minder dan 40 ms. Volg de instructies van de fabrikant
betreft de installatie en het gebruik in combinatie met een aggregaat
•
Wanneer het gebruik van een verlengsnoer vereist is voor het aansluiten van
geaarde apparaten, maakt u gebruik van een geaard verlengsnoer met een geschikte
dwarsdoorsnede
Checks vóór gebruik
• Het beoordelen van de locatie:
Let op: Plaats de eenheid op een vlakke ondergrond, op een
goed geventileerde, veilige plek, waar het andere apparaten
niet in de weg staat en geen gevaar dreigt te zijn voor andere
personen
WAARSCHUWING: Plaats de machine enkel op een vaste
ondergrond. Plaats de machine NOOIT op een werkbank, een
steiger of enkele ander verhoogd platform. Trillingen resulteren
mogelijk in het verplaatsen van de machine en het lostrillen
van steiger bevestigingsmiddelen. Metalen onderdelen komen
mogelijk onder stroom te staan wanneer de machine defect
raakt
WAARSCHUWING: De aggregaat mag niet opgezet worden op
plekken waar het een gevaar driegt te zijn voor omstanders. Zet
de machine niet op plekken op waar kinderen en dieren toegang
tot de eenheid hebben en waar de geluid- en trilling uitstoot
onacceptabel is. Zet de machine niet op vochtige, natte stoffige
plekken op, waar de machine in contact kan komen met regen en
waar de uitlaatgassen kunnen ophopen
• Het controleren van het motorolieniveau
Let op: Plaats de aggregaat op een even ondergrond voordat
u het olie-/brandstofniveau controleert
1. Zorg ervoor dat de motor is uitgeschakeld (Schakelaar (1)
in de uit-stand)
2. Neem de peilstok uit het vulpunt (8) door de stok linksom te
draaien
3. Maak de stok schoon en plaats deze terug in het vulpunt
(als afgebeeld in Fig. B)
4. De peilstok hoort bijna volledig bedekt te zijn met olie
5. Vul bij met een geschikte motorolie (Zie: Specificaties) wanneer het olieniveau laag is
Let op: De aggregaat is voorzien van een oliesensor. Wanneer het olieniveau te laag is,
voorkomt de sensor de motor van starten
• Het controleren van het brandstofniveau
1. Check de brandstofmeter (24) om te controleren of de brandstoftank (20) genoeg
brandstof bevat
2. Vul de brandstoftank wanneer nodig bij
Gebruik
WAARSCHUWING: Tijdens de eerste 20 gebruiksuren hoort de aggregaat enkel op 75%
capaciteit te draaien. Dit is erg belangrijk om de motor in te lopen. Het overbelasten van de
motor tijdens deze periode verkort de levensduur aanzienlijk. Na de inloopperiode dient de
olie vervangen te worden. Beschadiging dankzij het overbelasten van de machine tijdens de
inloopperiode wordt niet gedekt door de garantie
Het starten van de motor
WAARSCHUWING: Start de motor nooit wanneer apparaten op de aggregaat aangesloten
zijn. Dit leidt mogelijk tot gevaarlijke situaties dankzij het onbemand starten van de apparaten.
De apparaten raken mogelijk beschadigd en het verkort mogelijk de levensduur van de
aggregaat
1. Zorg ervoor dat geen apparaten op de 110 V en 230 V stopcontacten (3+6) zijn
aangesloten
2. Schakel de stroombreker (7) in de uit stand
3. Schakel de aan-/uitschakelaar (1) in de aan stand
4. Schakel de hendel van het brandstof vergrendelventiel (17) in de aan stand (verticaal)
5. Duw de choke hendel (13) helemaal naar links, in de koude start positie (zie het label op
de het frame (9))
Let op: Gebruik de choke niet wanneer de motor al warm is of wanneer de machine in een
hoge omgevingstemperatuur gebruikt wordt
6. Trek licht aan het startkoord (16) tot u een weerstand voelt. Trek nu hard aan het koord
om de motor te starten
WAARSCHUWING: Geleid het koord langzaam terug in de machine en laat het koord niet
terug schieten. Het handvat kan beschadiging aan de behuizing veroorzaken
WAARSCHUWING: Trek nooit aan het koord wanneer de motor is ingeschakeld! Dit
beschadigd het startmechanisme en de motor
Let op: Wanneer de motor de eerste keer gestart wordt, wanneer het brandstofsysteem is
afgetapt of na het leegtrekken van de brandstoftank, is het mogelijk vereist meerdere malen
aan het koord te trekken. Het herstarten van de motor dient enkel 1-2 trekken te vereisen.
Verwijs naar de onderhoudssectie wanneer u problemen heeft met het starten van de
machine
7. Wanneer de motor warmer wordt brengt u de choke langzaam terug in de
tegenovergestelde positie (rechts)
25
NL