Anleitung MKA 7000_SPK1
Accessoires (fig. 3)
1. Slang voor afgevoerde lucht met muuradapter
(A)
2. Wartelmoer
3. Afdekkap
4. Vensteradapter
niet afgebeeld: condensaataftapslang
Beschrijving van de bedieningselementen(fig. 4)
1. LED "koelfunctie ingesteld"
2. LED "ontvochtigerfunctie ingesteld"
3. LED "ventilatorfunctie ingesteld"
4. LED "ventilator snel"
5. LED "ventilator traag"
6. LED "Automatische, verticale lamellenverstelling
ingesteld"
7. AAN/UIT-schakelaar
8. Keuzeschakelaar "functie"
9. Keuzeschakelaar "ventilatorsnelheid"
10. Keuzeschakelaar "automatische, verticale
lamellenverstelling"
5. Inbedrijfstelling van het toestel
Hou er rekening mee dat de minimumafstand tussen
het apparaat en de muur aan de zijkant en naar
achteren 50 cm moet bedragen. De minimumafstand
van voorwerpen naar voren moet minstens 2 m
bedragen. Steek de netstekker het netstopcontact in.
Twee seconden na het insteken klinkt een
akoestisch signaal. Daarna kan u het apparaat met
de AAN/UIT-schakelaar (0/I) aanzetten.
Ligt de omgevingstemperatuur tussen 18°C en 43°C
gaat het apparaat in de koelfunctie werken. Om het
apparaat uit te schakelen drukt u opnieuw op de
AAN/UIT-schakelaar.
Koelfunctie (cool)
1. Vergewis u er zich van dat de condenswaterbak
naar behoren het apparaat in is geschoven.
2. Schuif de slang voor afgevoerde lucht van boven
de geleiderails aan de achterkant van het
apparaat in.
Aanwijzing! Tijdens de koelfunctie moet de
slang voor afgevoerde lucht de open lucht in
worden geleid zodat de warme af te voeren lucht
naar buiten kan stromen. Om een gebrek aan
zuurstof te voorkomen dient u de kamer van tijd
tot tijd te verluchten.
3. Druk op de keuzeschakelaar "functie" (MODE)
om de koelfunctie in te schakelen. De LED "cool"
gaat branden (zie bedieningsveld).
4. Druk op de keuzeschakelaar voor de
ventilatorsnelheid (FAN) voor hoge
ventilatortoeren (HIGHFAN) of voor trage
05.12.2005
15:25 Uhr
Seite 21
ventilatortoeren (LOWFAN). De
overeenkomstige LED gaat branden.
Aanwijzing: In de koelmodus mag de
kamertemperatuur niet meer dan 5°C onder de
buitentemperatuur liggen. De in de koelmodus te
bereiken kamertemperatuur kan niet lager zijn dan
ca. 20° C. Dit is afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden, de buitentemperatuur en van de
kamertemperatuur die in het begin van de koeling
heerst. Hoe hoger de buitentemperatuur, des te
hoger is de te bereiken kamertemperatuur.
Ontvochtiger – functie (dry)
1. Vergewis u er zich van dat de condenswaterbak
naar behoren het apparaat in is geschoven.
2. Druk op de keuzeschakelaar "functie" (MODE) om
de ontvochtigingsfunctie in te schakelen. De LED
"dry" gaat branden (zie bedieningsveld)
Aanwijzing! De ventilatorsnelheid kan in deze
modus niet worden veranderd. Tijdens de
ontvochtigingsfunctie mag de slang voor
afgevoerde lucht niet aangesloten zijn.
Ventilatorfunctie (FAN)
1. Druk op de keuzeschakelaar "functie" (MODE) om
de ventilatorfunctie in te schakelen. De LED "fan"
gaat branden (zie bedieningsveld).
2. U kan de ventilatorsnelheid "snel" (HIGHFAN) of
"traag" (LOWFAN) afstellen door op de toets
"FAN" te drukken.
Automatische, verticale lamellenverstelling
(SWING)
1. Druk op de schakelaar "SWING" om de
lamellenverstelling in te schakelen. De LED
"swing" gaat branden (zie bedieningsveld).
2. Om de lamellenverstelling uit te schakelen drukt u
opnieuw op de toets "swing". De LED "swing" gaat
uit en de lamellen stoppen.
6. Montage van de buis voor gebruikte
lucht (fig. 5)
Gebruik enkel de bijgeleverde buis voor gebruikte
lucht. De lengte van de buis ligt tussen 500 mm en
2000 mm. U krijgt de beste koelprestatie met een zo
kort mogelijke buis voor gebruikte lucht. Knikken of
grote krommingen in de buis moeten vermeden
worden, zodat de lucht ongehinderd naar buiten kan
stromen. Wanneer u hier niet op let, kan het hele
toestel oververhit raken en uitgeschakeld worden.
Het toestel kan daardoor beschadigd worden.
NL
21