9.1 Er brandt geen enkele LED
• Er is geen voedingsspanning.
Controleer eerst of de stekker in het wandstopcontact is gestoken. Als de stekker in het
stopcontact zit, moet worden gecontroleerd of er spanning op het stopcontact staat. Als
er geen voedingsspanning is, dient u de stoppen in de stoppenkast te controleren of
contact op te nemen met een technicus.
9.2 Beide LEDs branden
Als er geen accu is aangesloten, is dit de stand-by-stand en geen storing.
Als echter wel een accu is aangesloten, kan één van de volgende situaties zijn
opgetreden:
• Er is geen accuspanning.
Controleer of de accu goed is aangesloten aan de acculader.
Als deze niet is aangesloten, moet de verbinding worden hersteld en moet het opladen
opnieuw worden gestart.
• De polariteit van de aan de acculader aangesloten accu klopt niet.
Controleer of de polariteit van de acculader overeenkomt met de polariteit van de accu.
Als deze juist is aangesloten, dient u contact op te nemen met uw leverancier of
verkooppunt.
9.3 De gele en groene LEDs knipperen.
In geval van een storing knipperen beide LEDs een aantal keren, gevolgd door een pauze
van één seconde. Dit aantal geeft aan welke storing is opgetreden.
Aantal keren dat de
LEDs knipperen,
gevolgd door een korte
pauze
4
5
1, 2, 3, 6, 7, 8
Oplossingen:
1) Verplaats de acculader naar een ruimte met een temperatuur boven 0°C en start het
opladen opnieuw.
Als de temperatuur boven 0°C ligt en de storingsmelding steeds weer opnieuw
verschijnt, dient u contact op te nemen met uw leverancier of verkooppunt.
2) Laat de acculader enige tijd afkoelen en start daarna het opladen opnieuw. Als de
storingsmelding steeds weer opnieuw verschijnt, dient u contact op te nemen met uw
leverancier of verkooppunt.
3) Neem contact op met uw leverancier of verkooppunt.
6
Storingsbeschrijving
Temperatuur te laag of
hardwareprobleem
Temperatuur te hoog
Ander probleem
Oplossingscode
1)
2)
3)