VAN START GAAN
1.
Luchtslang bevestigen. Apparaateinde (fig.5): Plaats het einde
van de luchtslang met de pin in de markering. Draai aan om vast
te zetten. Spuitpistooleinde (fig.5): Steek de luchtslang stevig in
de aansluiting op het spuitpistool. Draai aan om vast te
zetten.
2. Schroef de container van het spuitpistool af.
3.
Stel de oplopende pijp dienovereenkomstig af. Het dient moge-
lijk te zijn de inhoud van de container te spuiten en vrijwel geen
enkel materiaal in de container achter te laten.
4. Spuiten op horizontale voorwerpen (fig.6): Draai de oplopende
pijp naar voren. Spuiten op voorwerpen boven het hoofd (fig.7):
Draai de oplopende pijp zodat het achteruit is gericht.
5.
Vul de container met afwerkingmateriaal. Schroef het stevig op
het spuitpistool.
6. Plaats het spuitpistool in de pistoolhouder.
7.
Plaats het apparaat uitsluitend op een even en schoon oppervlak.
Het apparaat kan stof e.d. aanzuigen.
8.
Controleer of uw netspanning overeenkomt met de details op
het nominale spanningsplaatje voordat u de stekker in het stop-
contact steekt.
9.
Haal het spuitpistool uit de pistoolhouder en richt het op het te
spuiten voorwerp. Gebruik de AAN/UIT schakelaar om het ap-
paraat in te schakelen.
10. Het spuitpatroon en de materiaalhoeveelheid aanpassen; het
luchtvolume en de druk aanpassen, zie fig.8, 9, 10, 11 en de be-
schrijving op pagina 19.
11. Open de trigger op het spuitpistool.
Opmerking: Wanneer het apparaat is ingeschakeld, zal de lucht onaf-
gebroken uit het luchtventiel stromen.
HET SPUITPISTOOL AANPASSEN (zie fig. 8)
Keuze van spuiteffecten
A = verticale, vlakke stroom – voor horizontale oppervlaktes.
B = horizontale oppervlaktes – voor verticale oppervlaktes.
C = ronde stroom – voor hoeken, randen en andere moeilijk bereik-
bare plekken.
Het gewenste spuiteffect aanpassen zie fig. 13): Met losgedraaide
wartelmoer (|3): draai het luchtventiel (|2) naar het gewenste.
spuiteffect.
Opgelet: De trigger nooit openen tijdens afstellen van het lucht-
!
ventiel. De materiaalhoeveelheid aanpassen (zie Fig.10). Pas de
hoeveelheid materiaal aan door de afstelknop te draaien. Draai
in de draairichting (+) meer materiaal. Draai in de draairich-
ting van de (-) minder materiaal.
5
6
7
8
A
B
9
10
NL
C
|
19