WAARSCHUWINGEN EN ONDERHOUD
Opslag vóór installatie
Het materiaal dat vóór de plaatsing buiten de weersinvloeden in een afgesloten
ruimte buiten bereik van water en vorst moet worden opgeslagen, mag niet worden
opgestapeld, behalve in de originele verpakking van de fabriek. Het moet op een geschikte manier
worden opgeborgen zodat alle schade aan de mechanismen of mobiele delen wordt vermeden,
net als elke vervorming van het huis van het apparaat ten gevolge van te hoge belasting of
vochtigheid. Stel de kleppen niet direct bloot aan zonlicht zodat voortijdige veroudering van de
zekering wordt vermeden.
Bescherming van het materiaal tijdens het plaatsen
De klep, en meer in het bijzonder het mechanisme ervan, moet - alhoewel ze onder een kap van
synthetisch materiaal goed wordt beschermd - buiten bereik worden gehouden van elke soort
spatten (cement tijdens het metselen, verf, bevlokken, enz.) die de goede werking van de ver-
schillende organen voor het inschakelen en voor de signalen zouden kunnen schaden.
Het materiaal moet ook worden beschermd tegen de risico's van insijpeling of van sterke conden-
satie, en dat geldt zowel voor het vuurvaste deel als de metalen delen en de elektromagnetische
uitrusting.
De warme afdichtingspakkingen zijn uiterst belangrijk voor de vuurvastheid van de klep; elke
mechanische inwerking op de vuurvaste delen moet worden uitgesloten.
Alle voorzorgen moeten worden genomen opdat zich geen vroegtijdige veroudering van het
materiaal voordoet vóór de voltooide installaties in werking worden gesteld.
De afstelling en het dichtstoppen voor het metselen van de apparaten mag geen enkele vervor-
ming veroorzaken die de goede werking van de klep kan beïnvloeden.
Controle van het materiaal vóór de installaties in werking worden gesteld
De apparaten moeten zich in de stand voor mechanische rust bevinden vóór de effectieve inwer-
kingstelling van de ventilatieleidingen opdat er geen blokkeerinrichtingen of schakelinrichtingen
worden belast zolang niet aan de normale bedrijfsomstandigheden wordt voldaan.
Onderhoud
• Neem de voorzorgen bij het gebruik in acht als u ingrijpt in het mechanisme van een werkende
machine uitgerust met zuigers en krachtige veren.
• Bij alle elementen die onder spanning (zeer lage veiligheidsspanning) moeten staan, is aarding
niet nodig. We raden aan om spanningsloos te werken om kortsluitingen te vermijden die het
apparaat kunnen beschadigen.
• De kap die het mechanisme beschermt, moet absoluut worden teruggeplaatst telkens nadat ze
werd gedemonteerd.
• Er zijn volgens het type gebouw periodieke testen voorzien (zie NF S 61-933). We raden mins-
tens een jaarlijkse test aan.
42