G1 - G9
3.2
Installatie van de machine
1.
De generator moet binnen op een vlakke ondergrond geplaatst worden en hij moet beschermd worden tegen direct zonlicht, vocht
en stof (Raadpleeg sectie 2.1 van deze gebruikershandleiding voor de milieuspecificaties voor generatoren).
Plaats de generatie zo dicht mogelijk bij de toepassing, maar laat voldoende ruimte vrij voor ventilatie en toegang zoals aangegeven.
Plaats de generator NIET op een manier zodat het moeilijk wordt om deze te bedienen of los te koppelen.
2.
Zoek de vereiste verbindingspoorten aan de achterkant van de generator, verwijder de afdekplaatjes, en steek de Swagelok-fittings
erin. De configuraties van de inlaat- / uitlaatpoort voor elk model vindt u in tabel 3.3.
De G4-generator is af fabriek ingesteld om gas te leveren aan de MFC-stikstofuitlaat. Als deze generator geïntergeerd moet worden
in een systeem met een externe mass flow controller (d.w.z. standalone of opgenomen in het toepassingsapparaat), dan moet hij
opnieuw geconfigureerd worden zodat de interne mass flow controller omzeild wordt. Als de generator geherconfigureerd is,
dan zal het gas aan de stikstofuitlaat geleverd worden.
Herconfigureer de generator NIET in dit stadium, omdat de geïntegreerde mass flow controller gebruikt moet worden om de
gespecificeerde zuiverheid te verkrijgen. Steek een kogelventiel in de MFC-stikstofuitlaat en laat dit ventiel openstaan.
Verbinding
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
van MFC
MFC-
stikstofuitlaat
Stikstofuitlaat
Afvoeruitlaat
* De G4-generator heeft twee stikstofuitlaten, waarvan er telkens maar één tegelijkertijd gebruikt wordt.
Grootte van de verbinding (BPS)
G1
G2
G3
G4
1/8"
1/4"
1/4"
1/4"
1/4"
1/8"-1/4"
G5
G6
G7
1/4"
(Enkel bij optie 0)
1/8"
1/4"
1/8"
1/8"
1/4"
Tabel 3.3
28
G8
G9
Leidingmateriaal
Koper of nylon
1/8"
1/8"
Koper of roestvrij staal