Nederlands
Neem - alvorens te gaan samenstellen - de onderdelen van de trap uit de verpakking.
Leg de onderdelen uit over een groot oppervlak en controleer de aantallen (Tabel 1: A = code, B = aantal).
Voorbereidende werkzaamheden
1. Bepaal de draairichting en de draaihoek (afb. 6) alvorens de treden L31 met een boor Ø 5 mm voor te boren.
Breng onderdeel F23 met behulp van elementen C89, C13 en B02 onder de treden aan en bevestig het
onderdeel. Let erop, dat het bolle deel van de trede - van onderaf gezien – zich aan de voorzijde bevindt. Herhaal
deze handeling onder de opstap bij de keep (afb. 2).
2. Monteer de elementen BE3, CC5, CC6 aan de zuil C03 (fig. A).
3. Meet de hoogte van vloer tot vloer nauwkeurig op om het aantal afstandsringen D45 te bepalen. Leg deze
afstandsringen op alle afstandshouders D47 (tabel. 2).
4. Monteer het voetstuk G03 met de elementen B17 en B46 (afb. 1).
Monteren
5. Bepaal het middelpunt van het boorgat op de vloer en leg er de basis G03+B17+B46 neer (afb. 3).
6. Maak met behulp van een boor Ø 12 mm een gat en bevestig de basis G03+B17+B46 met de delen C88, C91
en C85 op de vloer (afb. 1).
7. Schroef de buis G02 op de basis G03+B17+B46 (afb. 1).
8. Plaats afstandsring D45, afstandshouder D47, afstandsring D45, de eerste trede L31, afstandsring D45,
afstandshouder D47, afstandsring D45, een volgende trede L31 enzovoorts in de aangegeven volgorde. Richt de
treden afwisselend naar rechts en naar links om het gewicht gelijkmatig te verdelen (afb. 4).
9. Schroef - zodra het einde van buis G02 is bereikt - element B47 en daarna de volgende buis G02 vast en ga
verder met het monteren van de trap (afb. 4).
10. Schroef - zodra het einde van buis G02 is bereikt - elementen B46 en G01 vast. Schroef het element G01 zo
vast dat het ca. 15 cm boven de trap uit steekt (afb. 5). Ga door met het plaatsen van de treden, waarbij u
element D01 gebruikt dat op treden L31 is gemonteerd, die niet op de trapspil G02 zijn gecentreerd.
11. Plaats afstaptrede E04 na het monteren van alle treden L31 (afb. 7).
12. Plaats de delen B05 en B04 en trek element B03 zo vast aan dat de treden nog draaibaar zijn (afb. 1).
Bevestiging van de opstap
13. Houd element F12 tegen bij het plafond. Bepaal de stand en houd een afstand van ca. 15 cm aan tot aan de
buitenrand van opstaptrede E04. Maak met behulp van boor Ø 12 mm een boring en realiseer de uiteindelijke
bevestiging met behulp van onderdelen C88, C91 en C85 (afb. 1).
14. Nadat u hebt gecontroleerd of de opstap perfect horizontaal ligt bevestigt u de delen F12 met behulp van
element C89 op de opstap E04. Boor de opstap daartoe voor met een boor Ø 5 mm.
Samenstellen van afstap/overloop
15. Trek de treden L31 als een waaier uit elkaar. U kunt nu de trap belopen.
16. Plaats - beginnend bij opstap E04 – de lange balustradepijlen (h = 1190 mm) die de treden L31 met elkaar
verbinden en richt ze zo dat de afschuining van het element BE3 naar de binnenzijde van de balustrade wijst.
17. Controleer of alle geplaatste balustradespijlen C03 loodrecht staan. Ga daarbij zeer zorgvuldig te werk, omdat
het eindresultaat van de montage ervan af hangt.
18. Bevestig de balustradespijlen C03 definitief door elementen B02 vast te schroeven.
19. Controleer nog eens of de balustradespijlen C03 loodrecht staan en corrigeer hun stand zo nodig door de
stappen, beschreven onder de punten 16, 17 en 18, te herhalen.
20. Bevestig element F01 passend op de eerste balustradespijl C03 op de vloer. Maak met behulp van een boor
Ø 8 mm een boorgat. Gebruik de onderdelen C90, B12 en B02 (afb. 1).
21. Positioneer de eerste balustradespijl C03 samen met het versterkingsdeel F07.
22. Trek element B03 definitief vast aan (afb. 7).
23. Verwarm leuning A02 om hem vervormbaar te maken:
1) Leg de leuning op het deksel van de houten kist;
2) Verwarm de leuning ongeveer vijf minuten met draaiende bewegingen; onderbreek daarbij de beweging niet en
let erop dat de vlam niet direct in aanraking komt met de leuning;
3) Keer de leuning om en herhaal het proces (afb. 8). Draag bij dit proces handschoenen om uw handen te
beschermen.
24. Leg de leuning A02, voordat deze weer afkoelt, van boven af aan beginnend op de balustradespijlen C03 (afb. 7).
NICE_12_150.indd 16
16 - NICE 1.2 Ø 150 cm
29/04/15 10.56