Nederlands
24
7
Accu's laden
De nominale spanning van de accu moet overeenko-
men met de gegevens op de machine.
– De accu's zijn niet opgeladen. Voor ingebruikne-
ming moeten de accu's worden opgeladen.
– Een nieuwe accu ontwikkelt pas na ca. vijf oplaad-
en ontlaadcycli zijn volledige vermogen.
– De maximale levensduur van de accu's wordt
bereikt wanneer u deze oplaadt bij een omgeving-
stemperatuur tussen +5 °C en max. +45 °C.
– Wanneer de accu zich in een omgevingstempera-
tuur bevindt die hoger of lager is dan de optimale
waarden (tussen ca. +5 °C en +45 °C), wordt de
laadperiode verlengd met de afkoelings- en opwar-
mingsperiode.
– Belangrijk! Accu's verliezen ook hun spanning
wanneer het apparaat niet gebruikt wordt! Laadt
u daarom de accu's regelmatig bij.
Of beter: steekt u de accu in het oplaadapparaat
dat op het net is aangesloten, welke, nadat de accu
is volgeladen, overschakelt op behoud van span-
ning. Het onderhoud, de optimale inzetbaarheid en
de levensduur van de accu worden er positief door
beïnvloed.
– Laat de accu niet in het oplaadapparaat zitten wan-
neer deze niet in werking is.
Voor een lange levensduur is het van belang dat u er
voor zorgt, dat de accu's altijd weer tijdig worden
opgeladen. Dat is in ieder geval noodzakelijk, wan-
neer u constateert dat de prestatie van het apparaat
minder wordt.
1. Accu 9 door indrukken van de accuvergrendeling 8
uit de handgreep trekken.
2. Controleer of de netspanning overeenstemt
met de netspanning die op het typeplaatje van
het laadapparaat staat aangegeven. Steek de
stekker van het laadapparaat in het stopcon-
tact.
3. Steek de accu tot de aanslag in het laadapparaat.
Acculader type
Gebruik volgens bestemming
Het apparaat is alleen bestemd voor het opladen van
Flex-accu's met een spanning van 24 V.
Opladen
Het computer-snellaadapparaat heeft een uitgebreide
accu- en oplaadparameterbewaking en laadt de accu
afhankelijk van de temperatuur altijd op met de opti-
male snellaadstroom. Dit leidt tot korte oplaadtijden
en een lange levensduur van de accu.
Steek de accu in de acculaadschacht tot de accu voel-
baar of hoorbaar vastklikt. Druk voor het verwijderen
van de accu op de beide ontgrendelingsknoppen tot
de accu zonder weerstand uit het oplaadapparaat kan
worden getrokken. Forceer niet!
Na het beëindigen van het snelladen schakelt het
oplaadapparaat automatisch over op druppelladen. Dit
compenseert de natuurlijke zelfontlading van de accu.
Indicatie en betekenis
Permanent licht geel: Oplaadapparaat is correct
aangesloten op het stroomnet en gereed voor
gebruik; geen accu in oplaadschacht of geen goed
contact.
Knipperend licht groen: Accu heeft goed contact;
snelladen is bezig.
Permanent licht groen: Snelladen beëindigd; oplaad-
apparaat is overgeschakeld op druppelladen. De accu
is volledig opgeladen en kan worden verwijderd.
Permanent licht rood: Accutemperatuur buiten het
toegestane bereik; opladen begint zodra de accutem-
peratuur zich weer in het voorgeschreven tempera-
tuurbereik bevindt.
Knipperend licht rood: Accu defect of kortsluiting
tussen de oplaadcontacten.
– Verwijder de accu uit het oplaadapparaat.
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Controleer of zich geen voorwerp in de laad-
schacht bevindt.
Indien het niet mogelijk is de accu's goed te laden:
1. Controleer of het stopcontact spanning voert.
2. Controleer of de laadpunten goed contact maken.
3. Als opladen nog steeds niet mogelijk is, dient
u de accumachine en het oplaadapparaat aan
onze dichtstbijzijnde servicewerkplaats te zenden.