Wegen
1. Hang een greep of een lus van het te wegen
object aan de haak van de weegschaal en schakel
deze in (ON/OFF).
2. Til nu de weegschaal met het te wegen object
naar boven op. Als het meetgeheugen is geac-
tiveerd, geeft de indicatie "LOCK" op het display
weer zodra het gewicht stabiel blijft.
3 U kunt het object nu opnieuw neerzetten en
het opgeslagen gewicht comfortabel op het
display aflezen.
4. Om een nieuwe meting uit te voeren, wist u
het opgeslagen gewicht door op de TARE-toets
te drukken.
5. Als het meetgeheugen gedeactiveerd is, wordt het
gewicht op de indicatie gewist nadat het te we-
gen object opnieuw op de grond wordt geplaatst.
TARRA-functie
Hebt u een tussenmaat nodig, dan kunt u tijdens
een meting de TARRA-functie gebruiken en een
bijkomend gewicht aanvullen.
1. Tijdens het wegen, als het gewicht in de indicatie
is weergegeven, drukt u op de TARE-toets. Het
display wordt daarna op nul gezet en de indicatie
"TARE" staat op het display.
2. U kunt de TARRA-functie zo vaak u wenst herha-
len, waarbij het totale gewicht het meetbereik
van 40 kg niet mag overschrijden. In dit geval
verschijnt op het display de foutmelding "O-LD"
("overload" - "overlading").
26 | Nederlands
ProfiScale TARA 7620