8
Schuurschijf spannen
LET OP
Gebruik geen snelspanmoeren voor het span-
nen!
LET OP
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevo-
len diamantschuurschijf en de voor dit doel
bestemde fl enzen die met de kap en de slijp-
machine worden meegeleverd [4].
- Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen ori-
ginele schuurschijven van Festool worden ge-
bruikt!
- Als er op de schijf het toegestane toerental wel
is vermeld, mag het niet lager zijn dan het on-
belaste toerental van de slijpmachine.
- Men mag schijven met toegestane omtreksnel-
heid van 80 m/s en hoger gebruiken.
- Laat nieuwe schuurschijf ongeveer 1 minuut
onbelast proef draaien.
- Gebruik geen ongebalanceerde en vibrerende
schijven, verwijder die.
- Bescherm de schijven tegen stoten, slagen en
smeervet.
- Plaats afstandsring [4-4] bij diamantschijven
met binnendiameter 22,2 mm.
8.1
Montage met standaard spanmoer
Maak de koppelfl ens [4-2] en de spanfl ens [4-3]
schoon, alsook spanvlakken van de schuurschijf.
Zet de koppelfl ens [4-2] met de aanzet naar
buiten op de schuurspil [4-1].
Zet de schuurschijf op. De aanzet van de fl ens
moet precies in de opening van de schuurschijf
invallen.
44
9
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen wanneer de machine
met een ontoelaatbare spanning of frequentie
wordt gebruikt.
De netspanning en de frequentie van de
stroombron dienen met de gegevens op het
typeplaatje overeen te stemmen.
In Noord-Amerika mogen alleen Festool-
machines met een spanningsopgave van 120
V/60 Hz worden ingezet.
9.1
Aanzetten – uitzetten
Aanzetten
In-/uitschakelaar [1-7] naar voren schuiven.
Continuloop: Door tegelijk op het voorste scha-
kelaardeel te drukken, wordt de in-/uitschake-
laar vergrendeld.
Het elektrisch gereedschap start.
Pas op het materiaal aanbrengen, wanneer het
bedrijfstoerental is bereikt.
Uitzetten
Elektrisch gereedschap van het te bewerken
materiaal afnemen.
In-/uitschakelaar [1-7] loslaten.
Bij continuloop: Op het achterste deel van de
in-/uitschakelaar [1-7] drukken.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Terugslag, wegvliegende onderdelen
Wachten tot het draaiende gereedschap ge-
heel tot stilstand is gekomen alvorens het
weg te leggen.
9.2
Elektronica van de motor
Beperking van de aanzetstroom
De elektronisch bestuurde traploze aanloop ver-
zorgt de aanloop van de machine zonder terug-
slag.
WAARSCHUWING
De machines zonder de beperking van de aan-
loopstroom vereisen een hogere zekering –
min. een zekering van 16 A.