Foutoplossing
Foutmelding Probleem
Meting tijdens de zelftest, instrument nog niet
meetklaar.
Sterke schommeling in de omgevingstemperatuur.
Omgevingstemperatuur onder 10°C of boven 40°C
(<50°F, >104°F)
Het instrument functioneert niet meer correct.
(1) Voorhoofdthermometermodus: de berekende
temperatuur is hoger dan 42,2°C (108°F).
(2) SCAN-modus: de berekende temperatuur is hoger
dan 80°C (176°F).
(1) Voorhoofdthermometermodus: de berekende
temperatuur is lager dan 34°C (93,2F).
(2) SCAN-modus: de berekende temperatuur is lager
dan -22°C (-7,6°F).
Zelftest niet succesvol.
Oplossing
Wacht tot het voorhoofdsymbool niet meer knippert.
Instrument minstens 30 minuten in de ruimte waar de meting plaats vindt
leggen. De omgevingstemperatuur moet tussen de 10°C en 40°C liggen
(50°F, 104°F).
Verwijder de batterij en plaats deze na ongeveer 1 minuut terug. Neem bij
herhaaldelijke foutmeldingen contact op met de dealer of de klantenservice.
Gebruik de thermometer uitsluitend binnen de aangegeven
temperatuurbereiken. Reinig indien nodig de meetpunt. Neem bij
herhaaldelijke foutmeldingen contact op met de dealer of de klantenservice.
Gebruik de thermometer uitsluitend binnen de aangegeven
temperatuurbereiken. Reinig indien nodig de meetpunt. Neem bij
herhaaldelijke foutmeldingen contact op met de dealer of de klantenservice.
Nieuwe batterijen plaatsen.
8