d) Terugkeren naar normaal bedrijf (RUN) - Houd de knop PROG
ingedrukt tot de dubbele punt (:) in het uitleesvenster knippert.
Optie 30 - Bovengrens van temperatuurbereik instellen
Hiermee kan de bovengrens van het instellingsbereik
van de thermostaat elektronisch worden begrensd.
Druk op + tot Optie 30 in het uitleesvenster
verschijnt en gebruik V en Λ om de gewenste
instelling te kiezen.
Instelling
40 - 5°C (Fabrieksinstelling is 30°C)
Optie 31 - Ondergrens van temperatuurbereik instellen
Hiermee kan de ondergrens van het instellingsbereik
van de thermostaat elektronisch worden begrensd.
Druk op + tot Optie 31 in het uitleesvenster
verschijnt en gebruik V en Λ om de gewenste
instelling te kiezen.
Instelling
5 - 40°C (Fabrieksinstelling is 5°C)
Optie 32 - "Uit" bij ondergrens mogelijk maken
Hiermee kan een OFF-functie worden geselecteerd
als een instelling is gekozen die lager is dan
de ondergrens. Druk op + tot Optie 32 in het
uitleesvenster verschijnt en gebruik V en Λ om de
gewenste instelling te kiezen.
Instelling 0
Uitgeschakeld
Instelling 1
Ingeschakeld (fabrieksinstelling)
Optie 33 - "Aan" bij bovengrens mogelijk maken
Hiermee kan een ON-functie worden geselecteerd
als een instelling is gekozen die hoger is dan
de bovengrens. Druk op + tot Optie 33 in het
uitleesvenster verschijnt en gebruik V en Λ om de
gewenste instelling te kiezen.
Instelling 0
Uitgeschakeld (fabrieksinstelling)
Instelling 1
Ingeschakeld
NL
57