Apparaat werkt niet, geen
enkel controlelampje
brandt.
Apparaat werkt, het groene
lichtje knippert
Groene lampje brandt niet,
gele lampje brandt bij
ingeschakelde snelvries-
functie.
Het apparaat koelt te sterk.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvries-
functie, apparaat werkt.
De temperatuur in de
vriesruimte is niet vol-
doende, rode lampje knip-
pert, akoestisch tempera-
tuursisgnaal klinkt.
50
Storing
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Zekering is los of kapot.
Stopcontact is kapot.
technisch probleem
Groene lampje defect.
Temperatuur is te koud
ingesteld.
Gele lampje defect.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Deur heeft te lang open-
gestaan.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Storing aan het apparaat.
Mogelijke oorzaken
Wat te doen als ...
Oplossing
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering controleren, even-
tueel vernieuwen.
Storingen in het lichtnet
door uw elektrovakman
laten verhelpen.
Klantendienst informeren.
Contact opnemen met onze
service-afdeling.
Temperatuurregelaar
lijk op warmere instelling
draaien.
Contact opnemen met onze
service-afdeling.
Zie hoofdstuk "Ingebruik-
name".
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is. snel-
vriesschakelaar indrukken.
Snelvriesschakelaar indruk-
ken.
Zie hoofdstuk
"Opstelplaats".
Snelvriesschakelaar indruk-
ken.
tijde-