• De grasmaaier uitsluitend bij goed licht over-
dag of met een overeenkomstige kunstmatige
verlichting gebruiken.
• Duw de maaier altijd voorwaarts en trek
deze nooit naar het lichaam toe.
• Oefen geen overmatige kracht uit op de
grasmaaier; laat de maaier zijn werk doen
met de snelheid waarvoor hij is ontworpen.
Beweeg niet te snel. Duw het apparaat stap-
voets tijdens het gebruik.
• Let erop dat bij het inschakelen van de
maaier andere personen op een veilige
afstand staan en dat de toebehoren en de
behuizing volledig zijn gemonteerd.
• Blijf tijdens het gebruik zoveel mogelijk uit
de buurt van andere personen. Binnen het
werkgebied is de gebruiker verantwoordelijk
jegens derden voor eventuele schade ver-
oorzaakt door het gebruik van het apparaat.
• Kantel de grasmaaier nooit bij het starten,
behalve wanneer dit beslist nodig is bij het
aanlopen van hoog gras. Kantel de gras-
maaier dan alleen voor zover dat nodig is
met de opgelichte zijde van je afgekeerd.
Houd te allen tijde de handgreep met beide
handen vast tot de maaier terug op de
grond is gezakt.
• Wanneer de grasmaaier tijdens het gebruik
een obstakel raakt, controleer deze dan op
beschadigingen alvorens de motor opnieuw
in te schakelen. Indien nodig moet je het
apparaat naar een erkend serviceadres
brengen voor reparatie.
• De motor afzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken als: de maaier niet
wordt gebruikt, onbeheerd wordt gelaten,
wordt schoongemaakt, wordt verplaatst, de
voedingskabel of verlengkabel is beschadigd
of als de accessoires worden gewisseld.
• Tijdens het verplaatsen de maaier nooit
bij de voedingskabel vasthouden. Gebruik
uitsluitend de duwboom om het apparaat te
verplaatsen.
• Na het gebruik de stekker van het verleng-
snoer uit het stopcontact trekken en op
eventuele schade controleren.
• Berg de maaier op een droge, veilige en
voor kinderen onbereikbare plaats op.
NL - Originele gebruiksaanwijzing
2.1 Elektrische veiligheidsvoorschriften
• De voedingsspanning dient overeen te
komen met de spanning aangegeven op het
etiket met de technische gegevens
(230 volt ~ 50 Hz). Geen andere voedings-
spanning gebruiken.
• Gebruik een stopcontact dat met 16 ampère
is beveiligd.
• Elektrische apparaten die buitenshuis gebruikt
worden moeten worden aangesloten op
een aardlekschakelaar met maximaal 30mA
uitschakelstroom.
• Voorkom een elektrische schok. Vermijd li-
chaamscontact met geaarde objecten, zoals
metalen buizen en metalen tuinhekken.
• Altijd vóór het gebruik controleren of het
verlengsnoer niet is beschadigd.
• Het apparaat niet gebruiken als de starthendel
niet goed functioneert.
• Houd de verlengkabel en/of het netsnoer uit
de buurt van de messen.
• Maak gebruik van de kabeltrekontlasting op
het apparaat.
• Gebruik het apparaat niet bij regen of in een
vochtige en natte omgeving. Het apparaat
's nachts niet buiten laten staan.
• Gebruik het snoer niet om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Bescherm het snoer
tegen hitte, olie en scherpe voorwerpen.
• Als de voedingskabel of de verlengkabel
beschadigd raakt tijdens het gebruik, onder-
breek dan onmiddellijk de stroomtoevoer
door de kabel los te koppelen. Raak de
kabel nooit aan voordat je de stekker uit het
wandcontactdoos hebt getrokken.
• Gebruik een goedgekeurde geaarde verleng-
kabel tot maximaal 60 meter voor buiten-
gebruik van het type H05VV-F, H05RN-F of
H07RN-F, met een diameter van minimaal
2 x 1,50 mm². Raadpleeg zo nodig een
elektricien. Rol verlengkabels altijd volledig
uit voordat je ze gebruikt.
• Kinderen moeten uit de buurt van op het
elektriciteitsnet aangesloten apparaten
gehouden worden.
5