Dankzij de kortsluitingsbescherming en het stroombegrenzingspunt wordt het apparaat optimaal
beschermd. Het vermogensverlies bij kortsluiting is beperkt dankzij de kortsluitingsbeveiliging die het
vermogensverlies van de transistoren controleert. Deze functie voorkomt beschadiging van het apparaat.
Het apparaat schakelt automatisch de stroombegrenzingsmodus in, wat betekent dat het
stroombegrenzingspunt (max. ± 12 A) ingesteld is. Toch moet de kortsluiting zo spoedig mogelijk hersteld
worden om slijtage en energieverspilling te voorkomen.
Indien er kortsluiting optreedt tussen de positieve en negatieve uitgangspool, zal de uitgang uitgeschakeld
worden om vermogensverlies te voorkomen. Het apparaat hervat zijn normale werking wanneer het
probleem opgelost is.
Dit apparaat is een grote voeding. Wanneer het apparaat op maximale kracht werkt, moet er gezorgd
worden voor voldoende ventilatie om oververhitting te voorkomen. Houd er rekening mee dat het oppervlak
van het koellichaam te heet is voor aanraking wanneer het apparaat met maximaal vermogen wordt
gebruikt.
Een incorrect gebruik van het apparaat en een te hoge omgevingstemperatuur kunnen ervoor zorgen dat
bepaalde interne componenten niet werken. Wanneer dit gebeurt, kan de actuele uitgangsspanning de
nominale uitgangsspanning overschrijden. Wees voorzichtig wanneer u dit apparaat gebruikt en vermijd
onnodige schade aan de lading.
4.
Eigenschappen
led-display voor spanning en stroom
beveiligingsmodus: stroombegrenzing
kleur: wit-grijs
enkel geschikt voor gebruik binnenshuis
vervuilingsgraad II
beveiligd door zekering
5.
Omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
1
indicatie stroomsterkte
2
knop om stroomsterkte in te stellen
3
aan-uitschakelaar
4
uitgangspool (-)
6.
Gebruik
1. Sluit een lading (elektrische installatie, enz.) aan op de voedingsuitgang, en let op de polariteit. Draai de
polariteit niet om.
2. Verbind de AC-voedingskabel met een geschikte AC-voedingsaansluiting.
3. Zet de aan-uitschakelaar in de "ON"-stand: het stroomindicatorlampje licht op en de stroom is
ingeschakeld.
4. Zorg ervoor dat de stroomlading lager is dan de nominale uitgangsstroom van de voeding. de aanbevolen
maximale stroomwaarde is 80% van de nominale uitgangsstroom.
7.
Reiniging en onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel onderhouden door een geschoolde
technicus.
Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende doek. Gebruik geen alcohol of
oplosmiddelen.
Er zijn geen onderdelen in het toestel die door de gebruiker gerepareerd kunnen worden, behalve de
zekering. Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw plaatselijke dealer.
Bewaar het toestel op een droge, goed geventileerde, stofvrije ruimte.
V. 02 – 31/08/2016
LABPS3020
5
aardaansluiting
6
uitgangspool (+)
7
voltage-instelknop
8
voltage-indicatie
6
©Velleman nv