seconden keert het station terug naar de normale werkmodus.
•
F-0: verlaten van het menu
Verlaat het instelmenu met SET [2]. U keert terug naar de temperatuurweergave.
•
F-1: instellen van het paswoord
Wanneer de paswoordmodus ingeschakeld is, kan de gebruiker de temperatuursinstelling niet
wijzigen zonder eerst het paswoord ingevoerd te hebben.
Druk op SET [2] om het paswoordmenu weer te geven. Selecteer nu 000 (paswoord
uitgeschakeld) of 100 (paswoord ingeschakeld) met ▲ [4] of ▼ [3]. Druk opnieuw op SET [2]
om naar het instelmenu terug te keren.
•
F-2: temperatuursinstelling
Druk op SET [2] om het instelmenu voor de temperatuur weer te geven. Geef de correctiemarge
in met ▲ [4] of ▼ [3]. Wanneer de weergegeven temperatuur afwijkt van de reële temperatuur
van de punt, kunt u de weergave hier ijken. Voorbeeld: weergegeven temperatuur = 300°C,
reële temperatuur van de punt = 290°C, voeg 10°C toe.
Een negatieve Celsiuswaarde wordt aangeduid met een minteken; een negatieve
Fahrenheitwaarde zal knipperen. Druk op SET [2] om naar het algemeen instelmenu terug te
keren.
•
F-3: selecteren van de temperatuureenheid
Druk op SET [2] om het instelmenu weer te geven. Selecteer nu de eenheid (°C of °F ) met
▲[4] of ▼ [3]. Druk op SET [2] om naar het algemeen instelmenu terug te keren.
SOLDEREN
BELANGRIJKE OPMERKING
Bij het solderen mag u geen temperaturen gebruiken die de 410°C (770°F) overstijgen. U kunt het
toestel wel kortstondig gebruiken bij hogere temperaturen, maar dan moet u heel voorzichtig zijn.
OPGELET
Om brandwonden te vermijden mag u de metalen delen van de soldeer- en de desoldeerbout niet
aanraken tijdens gebruik of wanneer ze aan het afkoelen zijn.
•
Plaats de voedingsschakelaar [8] op ON.
•
Plaats de schakelaar [7] op TWZ indien u het pincet of op SIA indien u de gewonde soldeerbout
gebruikt.
•
Druk op ▲ [4] onderaan de soldeerdisplay tot deze display de waarde 250°C weergeeft. Houd ▲ [4]
of ▼ [3] ingedrukt om de waarde sneller te wijzigen. Tijdens het opwarmen van de bout zal de
opwarmingsaanduiding op de display [C] knipperen. De eenheid [B] staat naast de temperatuur [A]
weergegeven. Opmerking: Raadpleeg de paragraaf hierboven om de eenheid te wijzigen.
•
Vertin het oppervlak van de soldeerpunt en de desoldeerpunt door een nieuw beschermend laagje
soldeer aan te brengen.
•
Stel de gewenste temperaturen in.
•
Bij het gebruik van het pincet, verwijder het component door het loodrecht uit de printplaat te
trekken.
•
Plaats na gebruik de soldeerbout en SMD-pincet altijd terug in de houders.
9. Defecte punt: mogelijke oorzaken
•
De temperatuur van de punt is hoger dan 410°C (770°F).
•
De stiftpunt is onvoldoende vertind.
•
De punt is in contact gekomen met een vuile of droge spons of met een oppervlak met een te hoog
zwavelgehalte.
•
Contact met organische of chemische stoffen zoals plastic, hars, vetten en siliconen.
•
Onzuiverheden in het soldeer en/of soldeer met een te laag tingehalte.
10. Tips voor het onderhoud van de punt
De soldeerbout en SMD-pincet maken gebruik van extreem hoge temperaturen. Schakel het toestel uit
wanneer u het wil reinigen.
Verwijder en reinig de punt na intensief gebruik. U moet de punt dagelijks reinigen indien u het toestel
frequent gebruikt.
De meegeleverde soldeerpunt is vervaardigd uit koper bekleed met ijzer. De levensduur blijft enkel
behouden indien u ze gebruikt zoals het hoort.
23.02.2010
VTSSC72
10
©Velleman nv