U kunt optimaal afstellen volgens uw eigen luidsprekers.
Het uitvoersignaal van de
versterker meten en de uitvoer
ervan corrigeren (LAPC)
■
Voorbereiding
• Koppel de hoofdtelefoon los.
Er klinkt een testtoon tijdens de meting
Om te zorgen voor een nauwkeurige meting,
laat de luidsprekeruitvoer op regelmatige
tijdstippen een testtoon horen. (Ongeveer
3 minuten)
Het is niet mogelijk om het weergegeven
audiovolume tijdens het uitvoeren van de meting
te wijzigen.
1 Druk op [ ] om dit toestel in te
schakelen.
2 Druk op [SETUP].
3 Druk herhaaldelijk op [ ], [ ]
om "LAPC" te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
4 Druk op [ ], [ ] om "Measurement
Start" te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
5 Druk op [ ], [ ] om "Yes" te
selecteren en druk vervolgens op
[OK].
• "LAPC Measuring" wordt weergegeven.
Dit toestel start de meting van het uitvoersignaal
van de versterker. Controleer of zowel de linker-
als rechterluidspreker een testtoon laat horen.
(Enkele seconden na het begin van de meting
hoort u een testtoon.)
Als de meting is voltooid, wordt de
uitvoercorrectie van de versterker automatisch
ingeschakeld.
• Als u op [
] drukt, terwijl de meting nog bezig
is, wordt de meting afgebroken.
• Als u de hoofdtelefoon aansluit tijdens de
meting van het signaal van een versterker of
een correctie van de uitvoer van een versterker,
dan wordt deze handeling afgebroken.
De uitvoercorrectiefunctie (LAPC) gebruiken
■
Schakel de uitvoercorrectiefunctie in/uit
1 Druk op [SETUP].
2 Druk herhaaldelijk op [ ], [ ]
om "LAPC" te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
3 Druk op [ ], [ ] om "Setting" te
selecteren en druk vervolgens op
[OK].
4 Druk op [ ], [ ] om "On"/"Off" te
selecteren en druk vervolgens op
[OK].
Opmerking
• Afhankelijk van het type van de aangesloten
luidspreker kan het effect van de
uitvoercorrectiefunctie minimaal zijn.
• De gecorrigeerde uitvoer blijft van kracht tot
u het uitvoersignaal opnieuw meet. Wanneer
u andere luidsprekers gebruikt, voert u de
meting opnieuw uit.
41
Instellingen
(185)