BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Voorkomen van brand
Laat de magnetronoven tijdens gebruik
niet onbeheerd achter. Te hoge niveau's of
te lange kooktijden kunnen het voedsel
mogelijk oververhitten met brand tot
gevolg.
Steek de stekker van het netsnoer in een gemakkelijk
toegangbaar stopkontakt zodat u de stekker in een
noodgeval snel uit het stopkontakt kan trekken.
Sluit de oven alleen aan op een stopkontakt met
230 V, 50 Hz wisselstroom met een minimale 16 A
zekering of een minimale 16 A circuitonderbreker.
Voor dit apparaat moet een afzonderlijk stroomcircuit
worden gebruikt dat alleen voor dit apparaat bestemd
is.
Plaats de oven niet in de buurt van verwarming-
selementen, zoals bijvoorbeeld naast een kachel of
dichtbij een gasfornuis.
Plaats de oven niet in een zeer vochtige of natte
ruimte.
Plaats of gebruik de oven niet buitenshuis.
Reinig het afdekplaatje voor de golfgeleider,
de ovenruimte, draaitafel en houder van
de draaitafel na gebruik. Deze onderdelen
dienen droog en vetvrij te zijn. Vet kan
mogelijk oververhitten, gaan roken en vlam
vatten.
Plaats geen ontvlambare materialen in de buurt van
de oven of de ventilatie-openingen.
Blokkeer de ventilatie-openingen niet.
Verwijder alle metalen draadjes, verzegelingen, enz.
van het voedsel en de verpakking.
Vonken van metalen voorwerpen kunnen mogelijk
brand veroorzaken. Gebruik de magnetronoven niet
voor bakken met olie of het verwarmen van frituurvet.
De temperatuur kan namelijk niet worden geregeld
en de olie kan mogelijk vlam vatten. Gebruik alleen
popcorn dat in een voor magnetronovens geschikt
materiaal is verpakt. Bewaar geen voedsel of andere
voorwerpen in de magnetronoven. Kontroleer dat de
instellingen van de magnetronoven juist zijn nadat u
de oven heeft gestart.
Om oververhitting en brand te voorkomen dient u goed
op te letten wanneer u voedsel met een hoog suiker-
of vetgehalte, zoals bijvoorbeeld worstenbroodjes,
gebak of kerstpudding, kookt of opwarmt. Volg de
aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing en het
kookboek op.
Voorkomen van persoonlijk letsel
WAARSCHUWING:
Gebruik de oven niet indien deze is beschadigd
of niet normaal funktioneert. Kontroleer alvorens
gebruik het volgende:
a) Kontroleer dat de deur goed sluit en niet krom is
of anderzijds beschadigd.
b) Kontroleer dat de scharnieren en veiligheids-
deurgrendels niet gebroken zijn of los zitten.
c) Kontroleer dat de deurafdichtingen en pasvlakken;
niet zijn beschadigd.
d) Kontroleer dat er geen deuken in de ovenruimte
of in de dew zijn.
e) Kontroleer dat het netsnoer en de stekker niet zijn
beschadigd.
Gebruik de oven niet met de deur geopend. Breng
geen veranderingen in de veiligheidsdeurgrendels
aan.
Gebruik de oven niet indien er een voorwerp tussen
de deurafdichtingen en pasvlakken is.
Zorg ervoor dat er geen vet of vuil op de
deurafdichtingen en aangrenzende onderdelen
ophoopt. Reinig de oven regelmatig en
verwijder voedselresten. Volg de voorschriften
voor "Onderhoud en reinigen" op pagina
NL-26.
Personen met een PACEMAKER dienen een dokter
of de fabrikant van de pacemaker te raadplegen
aangaande speciale voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van een magnetronoven.
Voorkomen van een elektrische schok
De behuizing mag nooit worden geopend of
verwijderd.
Zorg dat er geen vloeistoffen of andere voorwerpen
in de openingen van de deur vergrendelingen
of ventilatie-openingen komen. Schakel de oven
onmiddelijk uit, trek de stekker uit het stopkontakt en
raadpleeg erkend SHARP onderhoudspersoneel indien
er iets in deze openingen terecht is gekomen.
150/NL-3