~
De batterij opladen
Uw telefoon wordt gevoed door een oplaadbare batterij. Wij raden u
aan om deze zodra mogelijk volledig te laden. Het rode knipperlicht
geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Een te laag batterijniveau kan de
levensduur verkorten.
sluit de lader aan op een stopcontact en de UsB-connector van de mi-
crofoon op de UsB-poort van de telefoon.
Het statuslampje van de telefoon wordt nu rood, wat aangeeft dat de
batterij wordt geladen. Zodra het laden is voltooid, wordt het status-
lampje groen. koppel het apparaat los van de lader.
De geheugenkaart installeren
~
Uw telefoon kan een Micro sD geheugenkaart van maximaal 32 GB
bevatten.
Als u een geheugenkaart wilt installeren, zet u de telefoon uit, verwij-
dert u de achterkant van de telefoon, neemt u de batterij uit en instal-
leert u de geheugenkaart in de hiervoor bestemde sleuf. (Tussen twee
sIM-kaartsleuven).
~
Aan- en uitzetten
Om de telefoon in te schakelen, geeft u een lange druk op
de knop AAN/UIT.
Als uw sIM-kaart vergrendeld is, moet u de juiste PIN-code
opgeven om de sIM-kaart te ontgrendelen wanneer de te-
lefoon wordt ingeschakeld.
Om de telefoon uit te zetten, geeft u een lange druk op de
knop AAN/UIT totdat het menu verschijnt en drukt u vervol-
gens op Uitschakelen . Druk vervolgens op Ok om uw keuze
te bevestigen.
De telefoon trilt wanneer deze volledig is uitgeschakeld.