6.7 Over hellingen rijden
WAARSCHUWING!
Gevaar door ongecontroleerde snelheid
Wanneer u over (steile) hellingen rijdt, kan uw
rolstoel achterwaarts, zijdelings of naar voren
kantelen.
– Rijd altijd alleen met een begeleider achter
uw rolstoel over langere hellingen.
– Voorkom overhellen naar de zijkant en.
– Vermijd stijgingen van meer dan 7°.
– Vermijd een plotselinge verandering van
richting op hellingen.
LET OP!
Op licht aflopend terrein kan uw rolstoel
wegrollen als u hem niet met behulp van de
hoepels onder controle houdt.
– Zet uw parkeerremmen vast als u met uw
rolstoel op aflopend terrein staat.
Naar boven
Om ergens naar boven te rijden, moet u eerst vaart maken,
de vaart houden en tegelijkertijd de richting controleren.
1583539-E
1.
Buig uw bovenlichaam naar voren en drijf de rolstoel
met snelle, krachtige stoten aan de twee hoepels aan.
Naar beneden
Als u ergens naar beneden rijdt, is het van belang de
richting en vooral de snelheid onder controle te houden.
Rijden met de rolstoel
209