Het apparaat plaatsen
•
Afstand tussen het apparaat en
de andere voorwerpen
(voorhangsels, wanden,
spuitbussen) 50 cm.
•
Apparaat op een effen en vast
oppervlak plaatsen.
Elektrische aansluiting
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK!
Foutieve elektrische installatie of te
hoge netspanning kunnen
elektrische schokken veroorzaken!
•
Sluit de ventilator alleen op een
correct geïnstalleerd stopcontact
aan, als de netspanning van het
stopcontact overeenstemt met de
gegevens op het typeplaatje.
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK!
Er mag nooit water binnendringen in
het apparaat.
Het apparaat nooit met vochtige
handen vastpakken.
27 Apparaat
bedienen/functies
MATERIËLE SCHADE!
Bij incorrecte omgang kunt u de
ventilator
beschadigen.
Ventilator inschakelen
•
Draai de bedieningsknop
rechtsom en selecteer een
vermogensniveau.
1 laagste vermogen
2 gemiddeld vermogen
3 hoogste vermogen
Ventilator met oscillatie:
Swing (oscillatie) inschakelen
•
Draai de draaiknop linksom en
selecteer een vermogensniveau
met Swing.
1 laagste vermogen
•
2 gemiddeld vermogen
•
3 hoogste vermogen
Ventilator / Swing uitschakelen
•
Draai de draaiknop terug naar
"OFF"
28 Apparaat reinigen
De ventilator regelmatig reinigen.
Voor elke reiniging de ventilator van
het elektriciteitsnet scheiden.
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK!
Dompel de ventilator voor het
reinigen nooit in water.
Gebruik geen stoomreiniger voor de
reiniging.
MATERIËLE SCHADE!
Incorrecte reiniging van de
ventilator kan leiden tot
beschadigingen.
NL
Pagina | 43