Waarschuwingen en
advies
!
Dit apparaat is ontworpen en uitgevoerd volgens de gel-
dende internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen
zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aan-
dachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
• Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd
zonder warmte (afkoelcyclus), om te zorgen dat de lading
op een temperatuur blijft waarop ze niet beschadigd
wordt.
• Deze droger mag niet worden gebruikt door personen
(incl. kinderen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of
geestelijk vermogen of personen zonder ervaring of ken-
nis, behalve als deze worden gecontroleerd of instructies
krijgen betreffende het gebruik van het apparaat door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Deze droger is ontwikkeld voor niet professioneel hui-
shoudelijk gebruik.
• Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met
natte handen of voeten.
• Schakel het apparaat los van het elektriciteitsnet door aan
de stekker zelf te trekken en niet aan de kabel.
• Laat kinderen niet dichtbij het werkende apparaat komen.
Doe de droger na het gebruik uit en schakel hem los van
het elektriciteitsnet. Houd de deur dicht om te voorkomen
dat kinderen met de droger spelen.
• Let goed op kinderen om te voorkomen dat ze met de
droger spelen.
• Het apparaat moet juist geïnstalleerd worden en moet
goed geventileerd zijn. De luchttoevoer op de voorzijde
van de droger en de luchtroosters aan de achterzijde
mogen nooit worden bedekt (zie Installatie).
• Gebruik de droger nooit op een vloerbedekking als de
hoogte van de haren belemmert dat er lucht wordt toege-
voerd via de onderzijde van de droger.
• Controleer of de droger leeg is voordat u hem inlaadt.
•
De achterzijde van de droger kan erg heet worden:
raak hem nooit aan als het apparaat in werking is.
• Gebruik de droger niet als het filter, het waterreservoir en de
Warmtepomp niet goed op hun plaats zitten (zie On-
derhoud).
• Gebruik geen vloeibare wasverzachter in de droger maar
voeg hem aan het laatste spoelwater van de wasautoma-
at toe.
• Doe niet teveel wasgoed in de droger ( zie Wasgoed voor
maximaal laadvermogen).
• Doe geen drijfnatte was in de droger.
• Doe uitsluitend kledingstukken in de droger die zijn gewa-
ssen met water en zeep en die daarna zijn gespoeld en
gecentrifugeerd. Het drogen van kledingstukken die NIET
met water zijn gewassen kan brand veroorzaken.
• Volg altijd aandachtig de was- en drooginstructies op de
etiketten van de kledingstukken (zie Wasgoed).
• Droog geen kledingstukken die zijn behandeld met che-
mische producten.
• Droog nooit kledingstukken die in aanraking zijn gewe-
est met brandbare materialen (consumptieolie, aceton,
alcohol, petroleum, kerosine, vlekverwijderaars, terpentijn,
was, producten voor het verwijderen van was en haar-
lak), behalve als deze zijn gewassen met warm water en
wasmiddel.
• Droog geen rubber, voorwerpen en kledingstukken ge-
voerd met rubber, kussens met schuimrubberen voering,
latexschuim, rubber, plastic, badmutsen, waterbestendige
materialen, luieronderbroeken of bedekkingen, polyethyle-
en en papier.
• Verwijder alle voorwerpen uit de zakken, in het bijzonder
aanstekers (ontploffingsgevaar).
• Doe geen overmatig grote kledingstukken in de droger.
• Droog geen acrylvezels op hoge temperatuur.
• Beëindig elk programma met de bijhorende koude droog-
fase.
• Schakel de droger niet uit als er nog warm wasgoed in zit.
• Reinig het filter na elk gebruik (zie Onderhoud en verzor-
ging).
• Leeg het waterreservoir na elk gebruik (zie Onderhoud).
• Reinig regelmatig de Warmtepomp (zie Onderhoud) .
• Vermijd het ophopen van pluis rondom de droger.
• Ga niet op het bovenpaneel van de droger staan omdat u
het apparaat zou kunnen beschadigen.
• Respecteer altijd de normen en de elektrische eigen-
schappen (zie Installatie) .
• Koop altijd originele accessoires en reserveonderdelen
(zie Service) .
!
BELANGRIJK: stop de droger nooit voor het einde van de
droogcyclus, tenzij u alle kledingstukken snel verwijdert en
ophangt zodat de warmte wordt verdreven.
Informatie betreffende recycling en afvalverwijdering
Met het oog op onze constante inzet het milieu te sparen
behouden wij ons het recht voor gerecyclede kwaliteitsmate-
rialen te gebruiken teneinde de kosten voor de eindgebruiker
te beperken en een verspilling van materialen tot het mini-
mum terug te dringen.
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: volg de plaat-
selijke normen zodat het verpakkingsmateriaal hergebru-
ikt kan worden.
• Om het risico van ongelukken met kinderen te vermijden
verwijdert u de deur en de stekker en snijdt u het snoer
vlakbij het apparaat door. Verwijder deze delen op afzon-
derlijke wijze om u ervan te verzekeren dat het apparaat
niet meer aan een stopcontact kan worden bevestigd.
Het verwijderen van oude huishoudelijke ap-
paratuur
De Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA) voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet
met het normale afval kan worden meegegeven. De
afgedankte apparatuur moet apart worden opge-
haald om het wedergebruik van materialen waarvan hij is
gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade aan de
gezondheid en het milieu te voorkomen.
Deze droger gebruikt een verzegelde warmtepomp waarin
zich gefluoreerde gassen bevinden die moeten worden
gerecycled.
Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op
elk product, om aan te geven dat het apart moet worden
weggegooid.
Voor verdere informatie betreffende het correcte verwijderen
van huishoudelijke apparatuur kunnen de gebruikers zich
wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper.
Energiebesparing en respect voor het milieu
• Voor u de kledingstukken droogt kunt u ze beter goed uitwrin-
gen om zoveel mogelijk water te verwijderen (als het wasgoed
uit de wasautomaat komt kunt u de centrifuge gebruiken). Op
deze manier bespaart u energie tijdens het drogen.
• Als u de droger altijd met volle lading gebruikt bespaart u
energie: enkele kledingstukken en kleine ladingen doen er
langer over om te drogen.
• Reinig het filter aan het einde van elke cyclus zodat de
kosten van energie kunnen worden beperkt (zie On-
derhoud) .
NL
51