DE OPLETTENDHEID NIET VERMINDEREN. Er
•
altijd op letten waarmee men bezig is Bij
vermoeidheid deze machine niet gebruiken.
DEZE MACHINE NIET ONDER INVLOED VAN
•
ALCOHOL, DRUGS OF RECEPTPLICHTIGE
MEDICIJNEN GEBRUIKEN.
OP BESCHADIGDE ONDERDELEN
•
CONTROLEREN. Voordat een werktuig wordt
gebruikt moeten alle als beschadigd uitziende
onderdelen grondig gecontroleerd worden, om vast te
stellen of deze behoorlijk functioneren en aan de
bedoelde doelstelling kunnen voldoen. Bovendien
moet gecontroleerd worden of de bewegende
onderdelen juist ingesteld en bevestigd zijn, of dat
onderdelen of bevestigingen gebroken zijn, of dat er
een andere toestand bestaat die een naar behoren
functioneren van de machine kan beïnvloeden.
Beschadigde onderdelen moeten vakkundig door een
gekwalificeerde technicus gerepareerd of vervangen
te worden. Het werktuig mag niet gebruikt worden, als
de schakelaar niet juist in- of uitgeschakeld is.
ONDERDELEN EN ACCESSOIRES. Bij
•
onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend
originele onderdelen gebruikt worden. Bij gebruik van
andere onderdelen vervalt de garantie. Uitsluitend
onderdelen gebruiken die voor een gebruik met dit
werktuig zijn bedoeld. De overeenkomstige
onderdelen kunnen door de firma Güde GmbH & Co.
KG geleverd worden.
Speciale instructies voor het gebruik van de
elektrische lier
Het gebruik van dit krachtige apparaat kan tot speciale
gevaarlijke situaties leiden. Het gebruik vereist bijzondere
voorzichtigheid in het belang van de eigen veiligheid en de
veiligheid van andere personen.
De kabel (afb. J/14):
Controleer dat de kabel (14) zich in goede staat bevindt en
naar behoren bevestigd is. De lier niet gebruiken, als de
kabel (14) gerafeld is. De kabel (14) uitsluitend door een
kabel (14) met gelijke vastheid vervangen.
Accu:
Controleer of de accu zich in een goede staat bevindt.
Contact met accuzuur of andere schadelijke stoffen
vermijden. Bij werkzaamheden aan de accu altijd een
behoorlijke oogbescherming dragen. De motor tijdens het
gebruik van de lier laten draaien om te vermijden dat de
accu zich ontlaadt.
Afstand houden:
Niet in de richting van de kabeltrek staan. Indien de
kabel (14) afglijdt of scheurt, springt hij in deze richting
terug. Tijdens het gebruik van de lier niet met handen,
kleding, haar of sierraden in zijn buurt komen. Een tweede
persoon roepen die met u controleert of de lier veilig
gebruikt kan worden. Controleren of deze persoon
voldoende afstand tot het voertuig en tot de kabel houdt
voordat de lier wordt ingeschakeld.
Prestatiegrenzen:
Niet proberen de grenswaarden voor de trekkracht van
deze lier te overschrijden.
Nooit de handslinger (1) als "ondersteuning" voor de lier
gebruiken. Dit leidt tot beschadiging van de lier en kan
letsels veroorzaken.
Borg de getrokken last voordat de kabel (14) wordt
ontlast.
Installatie
Bekabeling van de elektrische lier
De lier kan van tijd tot tijd bekabeld worden.
1.
De rubberen afdichting omhoog doen en de
contactdoos van de kabel aan de stekker aan de
rechter zijde van het lierlichaam aansluiten. De kabel
van de lier met de accu aansluiten en daarbij opletten
dat de kabel bewegende onderdelen in de lier terecht
komt of een struikelgevaar voorstelt.
2.
De zwarte kabel aan het chassis van het voertuig
klemmen om een massaverbinding tot stand te
brengen. De rode kabel aan de pluspool (+ / rood)
van de accu vastklemmen. Aanwijzing: Controleren
dat de in gebruik zijnde accu een 12 V autoaccu of
een gelijkwaardige accu is die zich in een goede
staat bevindt.
Let op, het apparaat kan niet aan de
sigarettenaansteker van een voertuig aangesloten
worden.
3.
De rubberen afdichting aan de linker zijde van het
lierlichaam omhoog doen. De afstandsbediening (4)
ter hand nemen en de contactdoos aan het einde van
de kabel aan de aansluiting aan de linker zijde van
het lierlichaam aansluiten.
4.
De afstandsbediening (4) op een veilige plaats
neerleggen, tot de lier gebruiksklaar is.
LET OP!
1.
Altijd rood met rood (positief met positief) en zwart
met het chassis – als massaverbinding – verbinden,
indien de accu van het eigen voertuig als stroombron
wordt gebruikt.
2.
Nooit de lier of ander accessoires zo lang
gebruiken dat de accu geheel wordt ontladen.
3.
Indien men de motor tijdens het gebruik van de lier
laat draaien om de accu op spanning te houden, is bij
alle werkzaamheden aan en om het voertuig uiterste
oplettendheid vereist.
4.
Vervuilde, gecorrodeerde of ondichte accu's mogen
niet gebruikt worden omdat het gevaar van letsel
door lekkend zuur bestaat.
5.
Bij alle werkzaamheden aan of met een accu moet
een veiligheidsbril gedragen worden die aan de
geldige eisen, voor een voor dergelijke
werkzaamheden vereiste veiligheidsbril, voldoet.
Montage van de lier
De lier is geconstrueerd om van tijd tot tijd onder
gebruik van de bevestigingsinrichting, voor de
aanhangerkoppeling, gemonteerd te worden.
1.
Adapterplaat (9) middels de drie draadeinden in de
bodemplaat (afb. D) van de lier inhaken.
2.
De uit de lier en de adapterplaat (9) bestaande
bouwgroep aan de aanhangerkoppeling bevestigen
door de kogelkop van de aanhanger door het
daarvoor voorziene gat in de adapterplaat (9) te
plaatsen.
Gebruik van de lier
1.
De versnelling van het voertuig in de vrijloop
schakelen (de lier nooit gebruiken, indien een
versnelling of parkeer vergrendeling is ingeschakeld
omdat de versnelling van het voertuig beschadigd
kan worden). De handrem gebruiken. De wielen met
geschikte wielwiggen zodanig borgen dat het
voertuig niet kan wegrollen.
2.
Om de kabel (14) uit te trekken de overeenkomstige
schakelaar (H-I/b) op de afstandsbediening (4)
bedienen en met een lichte spanning van de spoel
trekken. Altijd minimaal drie kabelwindingen op de
spoel laten om te verhinderen dat de kabel uit de lier
getrokken wordt.
31