2.5
Bedienen van de remmen
L
WAARSCHUWING:
Gebruik de rem enkel om te vermijden dat de rolstoel in stilstaande positie
wegrolt.
L
WAARSCHUWING:
slijtage en vervuiling van de banden (water, olie, slijk, ...) – Controleer voor elk
gebruik de staat van de banden.
L
WAARSCHUWING:
Controleer voor elk gebruik de goede werking van de remmen.
L
WAARSCHUWING:
Uw handen of vingers vast bij het vastzetten, los maken van de remmen.
Om de remmen in te schakelen:
1. Druk de hendels van de remmen naar voren tot U een duidelijke klik voelt.
L
VOORZICHTIG:
alvorens de remmen los te zetten, de rolstoel vlak staat. Los nooit beide
remmen tegelijk.
Om de remmen uit te schakelen:
1. Zet eerst één rem los door de hendel naar achteren te trekken.
2. Houd het ongeremde wiel, met Uw hand, vast aan de grijphoepel.
3. Los de andere rem door de hendel naar achteren te trekken.
2.6
Plaatsen of verwijderen van de armsteunen
De armsteunen van de rolstoel kunnen worden gemonteerd met volgende instructies:
L
VOORZICHTIG:
Kans op klemmen - Houd Uw vingers, gespen en kledij uit de
buurt van de onderzijde van de armsteun.
L
VOORZICHTIG:
Kans op klemmen – Zorg ervoor dat Uw vingers, handen niet
geklemd raken tussen de achterwielen en de zijplaat van de armsteunen.
De remmen dienen niet om af te remmen tijdens het rijden -
De werking van de handremmen worden beïnvloed door
De remmen zijn instelbaar en kunnen verouderen –
Kans op klemmen - Houd het kader van de rolstoel niet met
Gevaar op ongecontroleerde bewegingen - Zorg ervoor dat
1. Plaats de achterzijde van de armsteun in de
houder
2. Zorg ervoor dat de armsteun vastklikt in het
vergrendelsysteem.
3. Kantel de armsteun naar voren.
Pagina 8
.
D100
2014-07