2. Plaats
PKA-RP·HAL
B
L
M
F
G
Fig. 2-1
3. Het binnenapparaat installeren
1
2
4
5
7
8
Fig. 3-1
PKA-RP·HAL
H
C
E
100m
A
K
I
J
Fig. 3-2
48
(mm)
898
A
C K
D
E
*
J
H
3
6
9
G
(mm)
D
B
A
C
E
D
Fig. 3-3
2.1. Buitenafmetingen (Binnenapparaat) (Fig. 2-1)
Kies een geschikte plaats waarbij u rekening moet houden dat u de hiernavolgende
ruimte vrij moet laten voor installatie en onderhoud.
PKA-RP·HAL
A
B
Min. 100,5
Min. 22,4
F Luchtuitlaat: Plaats geen obstakels binnen 1500 mm van de luchtuitlaat.
G Vloeroppervlak
H Stoffering
I Als een gordijnrail of iets dergelijks meer dan 60 mm uit de muur steekt, moet u meer
ruimte reserveren omdat de luchtstroom van de ventilator anders afgesneden kan worden.
J 1800 mm of meer boven het vloeroppervlak (voor bevestiging los van de grond)
I
K 108 mm of meer bij installatie met leiding links of links aan achterzijde en optionele
afvoerpomp
L 550 mm of meer bij installatie van optionele afvoerpomp
M Minimaal 7 mm: 265 mm of meer bij installatie van optionele afvoerpomp
3.1. Controleer de accessoires voor het
binnenapparaat (Fig. 3-1)
De volgende accessoires horen bij het binnenapparaat te zijn meegeleverd.
ONDERDEELNUMMER
ACCESSOIRE
Ophangplaat
1
Zelftappende schroef 4 × 35
2
Viltband
3
4
Houder
Draadloze afstandsbediening
5
Houder afstandsbediening
6
7
Alkalinebatterijen (formaat AAA)
Zelftappende schroef 3,5 × 16
8
9
Bufferblok
3.2. De muurbevestigingsmal aanbrengen (Fig. 3-2)
3.2.1. De muurbevestigingsmal aanbrengen en de plaats van de
pijpen bepalen
Bepaal met behulp van de muurbevestigingsmal de plaats waar het
apparaat geïnstalleerd moet worden en waar de gaten voor de pijpen
geboord moeten worden.
F
Waarschuwing:
Neem contact op met de eigenaar van het gebouw voordat u gaten in de
muur gaat boren.
PKA-RP·HAL
A Ophangplaat 1
B Binnenunit
C Pijpopening linksonder achter (ø65)
D Pijpopening rechtsonder achter (ø65)
E Doordrukopening voor bevestigingsplaats linksonder achter (70 × 310)
F Opening voor bout (4-ø9)
G Midden van unit (ø2,5)
H Tapgat (77-ø5,1)
I Midden gat
J Zet de schaal op de lijn.
K Schaal invoegen.
3.2.2. Het gat voor de pijpleiding boren (Fig. 3-3)
Maak op de plaats die aan de linkerkant op de tekening is aangegeven,
met een kernboor een gat door de muur met een diameter van 75-80 mm,
in de richting van de pijpen.
Het gat door de muur moet aflopen, zodat de opening aan de buitenkant
lager is dan het gat aan de binnenkant.
Plaats een mof (diameter 75 mm, niet meegeleverd) in het gat.
B
A Mof
B Gat
C (Binnenkant)
D Muur
E (Buitenkant)
Opmerking:
Het gat moet enigszins aflopen omdat de afvoer hierdoor beter verloopt.
C
D
E
Min. 48
Min. 250
Min. 220
HOEVEELHEID
PLAATS
35, 50
1
12
3
Aan de
3
achterkant van
1
het apparaat
1
bevestigen
2
2
1
(mm)