PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
Geen luchtdebiet
Kon de ventilator niet
uitschakelen
Abnormaal geluid van de
behuizing van het product
Geen bevochtiging
De richting van de lucht-
stroom kan niet geregeld
worden
GARANTIEVOORWAARDEN
1
72
Oorzaak
1. Geen voedingsspanning
2. Het apparaat staat niet AAN
3. Behuizing beschadigd
1. De stopknop werd nog niet
ingedrukt.
2. Behuizing beschadigd
1. Vreemd voorwerp binnen de
behuizing
2. Los wiel
3. Motor defect
1. Defecte pomp of motor.
1. Defecte synchronisatiemotor
vooraan
Dit toestel wordt geleverd met een garantieperiode van 24 maanden, te
beginnen op de datum van aankoop. Alle defecten aan materialen en mon-
tage zullen gedurende deze periode gratis hersteld of vervangen worden. De
volgende regels zijn van toepassing:
1. We weigeren expliciet alle verdere schuldvorderingen, inclusief schuldvor-
deringen voor neven- en/of gevolgschade.
2. Herstellingen aan of vervanging van onderdelen tijdens de garantieperi-
ode zullen niet leiden tot verlengen van de garantieperiode.
3. De garantie is niet meer geldig wanneer er veranderingen aangebracht
zijn, er niet-originele onderdelen gebruikt zijn of wanneer er herstellingen
door derde partijen uitgevoerd zijn.
4. Onderdelen onderhevig aan normale slijtage, zoals filters, batterijen, lam-
pen en verwarmingselementen vallen niet onder de garantie.
5. De garantie is enkel geldig wanneer je de originele, gedateerde aankoop-
factuur kan voorleggen en als er geen veranderingen zijn aangebracht.
6. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door verwaarlozing en/of door
acties die afwijken van deze in dit instructieboekje.
7. Transportkosten en de risico's verbonden aan het transport van het toestel
of onderdelen van het toestel zijn steeds voor rekening van de koper.
8. Schade veroorzaakt door gebruik van niet geschikte reserveonderdelen
wordt niet gedekt door de garantie.
Oplossing
1. Steek de stekker goed in het
stopcontact.
2. Druk op de aan/uit-toets om te
starten.
3. Breng het apparaat terug naar
het servicecentrum.
1. Druk op de Start/Stopknop
2. Breng het apparaat terug naar
het servicecentrum.
1. Verwijder het achterpaneel en
de filterkorf, verwijder vreemde
voorwerpen.
2. Breng het apparaat terug naar
het servicecentrum.
3. Breng het apparaat terug naar
het servicecentrum.
1. Breng het apparaat terug naar
het servicecentrum.
1. Breng het apparaat terug naar
het servicecentrum.