Montage; Beschrijving Van De Machine; Duwboom; Grasbak - Gamma GM-1638 Mode D'emploi Original

3. MONTAGE

3.1 Beschrijving van de machine

(zie figuur A)
1. Kabeltrekontlasting
2. Startknop
3. Veiligheidsschakelaar
4. Snoergeleider
5. Vleugelmoeren
6. Klep grasbak
7. Moeren

8. Grasbak

9. Behuizing
10. Starthendel

11. Duwboom

12. Verstelhendel maaihoogte
3.2 Duwboom
• Bevestig het bovenste deel van de duwboom
aan het onderste gedeelte met de 2 meege-
leverde bouten en vleugelmoeren (figuur D).
• Bevestig de duwboom aan de machine
doormiddel van de twee meegeleverde
blauwe draaiknoppen (figuur A - 7). Draai de
draaiknoppen op de bouten (figuur E). De 2
kartelranden van de grijze rondjes worden
nu naar elkaar toegetrokken.
• Draai de draaiknoppen nog niet helemaal
vast, Zo houdt u voldoende speling om de
hoogte van de duwboom in te stellen.
• U kunt de duwboom op 3 verschillende
hoogten instellen. U kunt de hoogte van de
duwboom instellen door het streepje op het
grijze rondje op de maaier, gelijk te stellen
met 1 van de 3 grijze streepjes op het grijze
rondje op de duwboom. Zorg dat de hoogte
aan beide kanten gelijk is
• Draai ten slotte de blauwe knoppen stevig
vast.
3.3 Grasbak
• Leg de kunststof deksel van de grasbak
ondersteboven op de grond. Bevestig de me-
talen beugel aan de kunstof grasbakdeksel
(figuur G) met de 4 meegeleverde schroeven
(figuur G - 1) en de 2 kunstof kabelklemmen
(figuur G - 2).
• Klik de graszak aan de metalen beugel
NL - Originele gebruiksaanwijzing
(figuur H). Let erop dat u de graszak niet
binnenstebuiten bevestigd. Zorg dat het
glimmende vlak van de graszak naar buiten
is gericht. Het lederen gedeelde moet aan de
binnenkant van de grasbak zitten.
• Bevestig eerst de graszak aan de metalen
beugel en klik vervolgens de rand van de
graszak volledig in de rand van de deksel
(figuur H).
• Trek de grasbakklep (figuur A - 6) aan de
achterkant van de machine omhoog en houd
de klep vast.
• Bevestig de grasbak achterop de machine,
door de grasbak in de haakjes achterop de
machine te hangen (figuur F).
• Laat de grasbakklep voorzichtig zakken.

3.4 Maaihoogte instellen

• Let op! Alleen de stand aanpassen als de
motor is uitgeschakeld en het mes tot
stilstand is gekomen.
• De maaihoogte is in te stellen op 20, 30, 40,
50, 60 en 70mm.
• De maaihoogte is in te stellen via de verstel-
hendel (figuur A - 12) aan de linkerkant van
de machine (als u achter de machine staat).

3.5 Aansluiten van het verlengsnoer

• Zorg dat het snoer van de machine via de
snoergeleiders is bevestigd aan de duwboom
(figuur A - 4).
• Maak een lus in het verlengsnoer, schuif deze
door de opening van de kabeltrekontlasting
en voer de lus over de haak (figuur B).
• Geleid het snoer via de trekontlasting naar
achter, zodat het snoer niet onder de machi-
ne terecht kan komen.
• Steek de contrastekker van het verlengsnoer
in de veiligheidsschakelaar (figuur A - 3).
• Steek tenslotte de stekker van het verleng-
snoer in het stopcontact.

4. GEBRUIK

4.1 Aan/uit schakelen
• Let op! Schakel de grasmaaier niet in op
een ondergrond van grind, tegels, hout of
andere harde bodems.
• Druk de startknop (figuur C - 1) van de
9