Olieverversing
De olie dient ververst te worden na de eerste 5 uren gebruik. Daarna moet de olie ten
minste een keer per jaar vervangen worden.
1. Laat de motor 5 minuten draaien om de olie op te warmen. Op die manier loopt
de olie gemakkelijker en is de olieverversing completer.
2. Zet de motor na 5 minuten uit. Verwijder de ontstekingsdop. Schroef de dop
voor aftapplug los. De olie loopt nu uit de motor. Houd een geschikt reservoir
klaar om de olie op te vangen.
MERK OP dat de olie enkel naar achter gekanteld mag worden in een hoek van
max 45 graden.
Plaats de aftapplug terug en giet verse olie in de motor.
3. Dit gebeurt door de oliestick te verwijderen en bij te vullen met de juiste
hoeveelheid olie.
4. Zet de ontstekingsdop terug.
U kunt u een olieverversingskit gebruiken:
1. Zuig de olie op door het olieopvulgat met behulp van
de spuit. (Raadpleeg het hoofdstuk Identificatie van
onderdelen, Pos C.) Gebruik de slang als een
verlengstuk om de bodem van de motor te bereiken.
Breng de gebruikte olie over naar het bijbehorende
reservoir.
2. Vul de motor met nieuwe olie, type SAE30.
Controleer het oliepeil met behulp van de dipstick op de oliestop.
Verwijder de gebruikte olie zodat het niet schadelijk is voor de natuur.
Breng het naar uw plaatselijke recyclingcentrum. De olie en de olieverversingskit zijn niet
inbegrepen.
Bougie
1. Verwijder de ontstekingsdop.
2. Borstel vuil weg van de bovenkant van de bougie.
3. Gebruik een bougiesleutel om de bougie los te draaien.
4. Controleer of de isolatie intact is.
5. Reinig de bougie met een stalen borstel.
6. Meet de elektrodeafstand. Zorg ervoor dat de elektrode niet beschadigd is.
7. De afstand moet 0,7 - 0,8 mm zijn
8. Als de bougie onbeschadigd teruggeplaatst is. Vervangen door een nieuwe.
9. Zet de ontstekingsdop terug.
56