8.1 Wat te doen in de volgende gevallen...
Probleem
U kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Er klinkt een geluidssignaal als
de kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
De kookplaat schakelt uit.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
Hob²Hood werkt niet.
Automatisch opwarmen werkt
niet.
De kookstand schakelt tussen
twee kookstanden.
De sensorvelden worden warm.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer u de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
gaat branden.
gaat branden.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed geïn‐
stalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
Stel gedurende 10 seconden geen
kookstand in.
U hebt 2 of meer sensorvelden tege‐
lijk aangeraakt.
Pauzeren is in werking.
Er ligt water of er zitten vetspatten
op het bedieningspaneel.
U hebt een of meer tiptoetsen afge‐
dekt.
U hebt iets op sensorveld
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is bediend of de
sensor beschadigd is.
U dekte het bedieningspaneel af.
U maakt gebruik van een hele grote
pan die het signaal blokkeert.
De zone is heet.
De hoogste verwarmingsstand is in‐
gesteld.
Vermogensbeheer is in werking.
Het kookgerei is te groot of staat te
dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uit.
Kinderbeveiligingsinrichting of Ver‐
grendelen werkt.
Er staat geen kookgerei op de zone.
Oplossing
Controleer of de kookplaat goed is
aangesloten op het lichtnet.
Ga na of de zekering de oorzaak van
de storing is. Als de zekeringen keer
op keer doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 10 seconden
in.
Raak slechts één tiptoets tegelijk aan.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de tiptoet‐
sen.
Verwijder het object van het sensor‐
gezet.
veld.
Als de kookzone lang genoeg in werk‐
ing is geweest om heet te zijn, neemt u
contact op met de klantenservice.
Verwijder het voorwerp van het bedie‐
ningspaneel.
Gebruik een kleinere pan, verander
van kookzone of bedien de afzuigkap
handmatig.
Laat de zone voldoende afkoelen.
De hoogste kookstand heeft hetzelfde
vermogen als de functie.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Plaats groter kookgerei op de achter‐
ste kookzones indien nodig.
Activeer het geluid.
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Raadpleeg "Dagelijks gebruik".
Zet kookgerei op de zone.
NEDERLANDS
17