• De timer uitschakelen: selecteer de
kookzone met
resterende tijd telt af tot
dicatielampje van de kookzone gaat
uit. Om de kookzone uit te schakelen
kunt u ook
en
ken.
Als de afteltijd verstreken is, klinkt er
een geluidssignaal en knippert
De kookzone wordt uitgeschakeld.
• Het geluidssignaal stopzetten: aan-
raken van
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik CountUp Timer om in de gaten
te houden hoelang de kookzone werkt.
• De kookzone instellen (indien er
meer dan 1 kookzone actief is):raak
meerdere malen aan tot het lampje
van de gewenste kookzone brandt.
• Voor het inschakelen vanCountUp
Timer:
door
raken gaat branden. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
nuten).
• Om in de gaten te houden hoelang
de kookzone werkt:selecteer de
kookzone met
van de kookzone gaat sneller knippe-
ren. Het display geeft de tijd aan die
de kookzone werkt.
• Voor het uitschakelen van de Coun-
tUp Timer: stel de kookzone in met
en raak
of
uit te schakelen. Het indicatielampje
van de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt de timer gebruiken als een kook-
wekker terwijl het apparaat is ingescha-
keld en de kookzone niet werken (het
display van de kookstand toont
• Om de kookwekker in te schakelen:
Raak
aan. Raak
mer aan om de tijd in te stellen. Het
display van de kookzones schakelt zich
na 10 seconden automatisch uit. Als
. Raak
aan. De
00
. Het in-
gelijktijdig aanra-
00
.
van de timer aan te
en getelde tijd (mi-
. Het indicatielampje
aan om de timer
).
of
van de ti-
de tijd verstreken is, klinkt er een ge-
luidssignaal en knippert
• Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
• Om de kookwekker uit te schakelen:
Schakel de linkerkookzone voor even
aan en uit.
De functie kookwekker heeft geen in-
vloed op de werking van de kookzones.
4.5 STOP+GO
De
-functie stelt alle kookzones in
voor de warmhoudstand (
stopt de timerfunctie niet.
• Voor het inschakelen van deze func-
tie, raakt u
aan. Het symbool
gaat branden.
• Raak voor het uitschakelen van deze
functie
aan. De kookstand die u
eerder hebt ingesteld, wordt weerge-
geven.
Als u de kookstanden wijzigt,
stopt de functie en de displays
tonen de nieuwe kookstanden.
4.6 Slot
U kunt de sensors op de kookplaat ver-
grendelen als de kookzones werken.
Stel eerst de kookstand in.
Voor het inschakelen van deze functie
raakt u
aan. Het symbool
schijnt gedurende vier seconden.
De timer blijft aan.
Voor het uitschakelen van deze functie
raakt u
aan. De kookstand die u eer-
der hebt ingesteld, wordt weergegeven.
Als u de kookstand wijzigt, wordt deze
functie uitgeschakeld.
Als u het apparaat stopt, stopt deze
functie ook.
4.7 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het kooktoe-
stel onbedoeld wordt gebruikt.
De kinderbeveiliging inschakelen
• Het apparaat is uitgeschakeld.
• Raak
4 seconden tot het symbool
knippert.
NEDERLANDS
9
00
.
).
ver-