e) Weersvoorspelling en weertendens
Op het beeldscherm wordt een van de drie volgende combinaties van weersymbool en
tendenspijl getoond:
Zonnig
Licht bewolkt
Regenachtig
Weersverwachting
Bij plotse of grote veranderingen van de luchtdruk worden de symbolen bijgewerkt om de
verandering van het weer aan te geven. Indien de indicatiesymbolen niet veranderen, dan is
ofwel de luchtdruk niet veranderd of heeft deze verandering zo geleidelijk plaatsgevonden dat
dit niet door het weerstation kon worden geregistreerd.
Als zonnig weer wordt aangegeven en het weer verder verbetert, verandert de aanduiding
niet. Als regenachtig weer wordt aangegeven en het weer verder verslechtert, verandert de
aanduiding ook niet aangezien de symbolen al duiden op beide extreme situaties.
De indicatiesymbolen geven een verbetering of verslechtering van het weer aan. Dat betekent
echter niet automatisch dat er al sprake is van zonnig of regenachtig weer. Als het buiten bewolkt
is en het weerstation geeft regen aan, dan betekent dit niet dat het weerstation niet goed werkt.
Het betekent alleen maar op dat de luchtdruk lager is geworden en een verslechtering van het
weer wordt verwacht. Daarbij gaat het echter niet noodzakelijkerwijs om regen.
In de eerste 24 uur na ingebruikname is de weersvoorspelling niet betrouwbaar. Het weerstation
moet eerst luchtdrukinformatie op constante hoogteligging verzamelen om een nauwkeurige
voorspelling te kunnen maken.
Net als bij alle andere weersvoorspellingen kan ook bij dit weerstation een absolute
nauwkeurigheid niet worden gegarandeerd. De betrouwbaarheid van de weersvoorspelling
bedraagt ca. 75 %. In gebieden met snel wisselende weersomstandigheden is de
weersvoorspelling iets beter dan in gebieden met constante weersomstandigheden.
82