NL
2.
Plaats wielmoeren/schroeven op hun
plaats en draai minstens 3 omwentelingen
met de hand vast voordat u ze mechanisch
vastdraait, anders bestaat het risico op
beschadiging van de draden.
3.
Plaats de dop volledig op de moer-/
schroefkop. Begin altijd met de wielmoer/
wielschroef onderaan (zie afbeelding
hieronder).
4.
Houd het product stevig vast, met de ene
hand rond de voorkant van het product en
de andere op de handgreep (5).
5.
Druk op het onderste deel van de
schakelaar (6) om naar rechts te schakelen
(aandraaien).
6.
Laat het voertuig zakken met de krik, zodat
alle wielen van het voertuig in contact
komen met de grond.
WAARSCHUWING!
Controleer na het vervangen van het wiel altijd
met een momentsleutel of de wielmoeren/
bouten op het juiste koppel zijn vastgedraaid.
LET OP!
Draai de wielmoeren/bouten in de juiste
volgorde vast. De afbeelding toont de
juiste aanhaalvolgorde voor velgen met
respectievelijk 4 en 5 gaten.
AFB. 3
ONDERHOUD
Trek de stekker uit het stopcontact, schakel
het product uit en wacht tot alle bewegende
onderdelen volledig tot stilstand zijn gekomen
voordat u accessoires afstelt, onderhoudt en/of
vervangt.
•
Reinig het product met een vochtige doek.
Gebruik een mild reinigingsmiddel. Gebruik
nooit oplosmiddelen of bijtende
chemicaliën.
48
•
Houd de ventilatieopeningen schoon en
vrij.
•
Reinig de doppen indien nodig. Vervang
beschadigde doppen onmiddellijk.
•
Droog en koel en buiten het bereik van
kinderen bewaren