Uitlijnen van de laserlijn (fig. E1 & E4)
Waterpas uitlijnen
• Schakel de machine in met roterende laserkop
en breng de laserlijn op een lijn met de
gemarkeerde positie.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
Machine in vloeropstelling (fig. E1):
• De machine kan op ieder stevig object worden
geplaatst om de gewenste hoogte te bereiken.
Machine in muuropstelling (fig. E2):
• Draai de blokkeerknop (16) los en draai aan het
tandheugelwiel (13) om de machine in de juiste
stand te zetten Draai de blokkeerknop (16) vast.
Machine in statiefopstelling (fig. E3):
• Verstel het statief om de machine op de juiste
hoogte te zetten.
Loodrecht uitlijnen (fig. E4)
• Schakel de machine in met roterende laserkop
en breng de laserlijn op een lijn met de
gemarkeerde positie.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de blokkeerknop (16) los en draai aan het
tandheugelwiel (13) om de machine in de juiste
stand te zetten Draai de blokkeerknop (16) vast
(fig. E4).
• Draai aan de knop (30) tot de kop op een lijn met
de gemarkeerde positie staat.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
• Markeer altijd het middelpunt van de laserlijn of -
punt.
• Om de werkafstand en de nauwkeurigheid te
vergroten, stelt u de machine in het midden van
het werkgebied op.
• Zorg dat de machine stevig staat opgesteld.
• Extreme temperatuurswisselingen veroorzaken
speling op onderdelen in het binnenwerk, wat
van invloed kan zijn op de nauwkeurigheid van
de machine.
67
N E D E R L A N D S
Controleer regelmatig de nauwkeurigheid
wanneer u de machine onder dergelijke
omstandigheden gebruikt.
• Controleer regelmatig of de machine een schok
heeft geregistreerd. Als er een schok is
geregistreerd, kan het nodig zijn om de machine
opnieuw af te stellen.
• Laat de laserkop bij een erkend servicecentrum
kalibreren nadat de machine is gevallen of
gekanteld.
In- en uitschakelen (fig. A)
• Om de machine in te schakelen draait u de
schakelaar (1) naar rechts.
• Om de machine uit te schakelen draait u de
schakelaar (1) naar links totdat hij op zijn plaats
vastklikt.
Instellen van de rotatiesnelheid
De variabele snelheidsschakelaar (1) kan worden
gebruikt voor het verfijnd instellen van de
rotatiesnelheid waarmee de kwaliteit van de lijn kan
worden bepaald. De roterende kop blijft stilstaan in
het eerste kwart van het instelbereik.
• Draai de schakelaar (1) naar de gewenste
waarde. Door de schakelaar rechtsom te draaien
verhoogt u de rotatiesnelheid. Door de
schakelaar linksom te draaien verlaagt u de
rotatiesnelheid.
• Voor een stilstaande punt zet u de schakelaar in
het eerste kwart van het instelbereik.
• Voor een heldere lijn stelt u de schakelaar in op
een lage rotatiesnelheid.
• Voor een solide lijn stelt u de schakelaar in op
een hoge rotatiesnelheid.
Handmatig roteren van de laserkop (fig. G)
De laserkop kan in de stilstand handmatig worden
geroteerd.
• Druk de rotatieknop (7) in en roteer de knop,
terwijl u hem ingedrukt houdt, om de laserkop (8)
naar de gewenste stand te draaien.
Probeer nooit de rotatieknop in te
drukken terwijl de laserkop ronddraait op
een van tevoren ingestelde
rotatiesnelheid.
nl - 7