Achtung!
Betreiben Sie den Frequenzzähler auf keinen Fall im geöffneten
Zustand. Lassen Sie keine verbrauchten Batterien im Meßgerät,
da selbst auslaufgeschützte Batterien korrodieren können und
dadurch Chemikalien freigesetzt werden können, welche Ihrer
Gesundheit schaden bzw. das Batteriefach zerstören.
Verbrauchte Batterien sind als Sondermüll zu betrachten und
müssen daher umweltgerecht entsorgt werden. Hierfür gibt es
bei den Fachhändlern, z.T. auch in Supermärkten bzw. in den
Wertstoffhöfen spezielle Sammelbehälter.
Technische Daten, Empfindlichkeit
Eingang "A"
Frequenzbereich
: 50 MHz bis 2500 MHz
Auflösung
: 0,1 kHz (= 100 Hz, Gate Time auf "SLOW")
bis
1 kHz (Gate Time auf "FAST")
Eingangsempfindlichkeit : 50 MHz bis max. 75 MHz => <100 mV
> 75 MHz bis 2500 MHz => < 50 mV
Impedanz
: 1 MOhm parallel zu < 40 pF
Max. Eingangsspannung: 5 Vpp sinusförmig
Eingang "B"
Frequenzbereich
: 10 MHz bis 500 MHz
Auflösung
: 10 Hz (Gate Time auf "SLOW") bis
100 Hz (Gate Time auf "FAST")
Eingangsempfindlichkeit : 10 MHz bis 35 MHz => < 120 mV
>35 MHz bis < 350 MHz => < 50 mV
> 350 MHz bis 500 MHz => < 120 mV
Impedanz
: 50 Ohm
Max. Eingangsspannung: 5 Vpp, sinusförmig
16
a5 U mag het toestel nooit op de kant met de bedieningselementen leg-
gen, daar dit de instellingen aan het toestel kan veranderen.
a6 Indien signaalbronnen met BNC-uitgangen op de ingangen van
de teller (A, B of C) aangesloten worden, wordt doorgaans een
coaxkabel voor deze verbinding ingezet. Dergelijke kabels zijn
afgeschermd, d.w.z. de binnengeleider wordt door een netwerk
uit koperen of vertinde aders tegen stoorsignalen van buiten
afgeschermd. Dit "scherm" is in de regel met de massa van de
signaalbron resp. de teller verbonden.
Indien signalen aan bouwelementen of bouwgroepen van
schakelingen gemeten moeten worden, dient u hiervoor een
coaxkabel te gebruiken met een BNC-stekker aan de ene kant
en krokodillenklemmen aan de andere kant.
a7 Het gebruik van een telescopische antenne voor de verhoging
van de ingangsgevoeligheid wordt aanbevolen vanaf ca. 50
MHz (helemaal uitgetrokken) tot meer dan 1 GHz (ineenge-
schoven).
Waarschuwing!
Vergewis u ervan, dat de schakelingen waarin/waaraan u uw
metingen wenst te verrichten via een scheidingstransformator
galvanisch van het net gescheiden zijn. U mag de in/uitgangen
(BNC) nooit direct met het net en met chassis (=onderdelendra-
gers) verbinden waarvan spanningen kunnen uitgaan, net zo min
met schakelingen die zonder transformatoren (galvanische
scheiding van ingang en uitgang) in werking gesteld worden.
Opgepast: levensgevaar!
Houd rekening met de max. ingangsgrootheden. U mag nooit
spanningen groter dan 88 Veff aan het kanaal C resp. 5 Vpp aan
kanaal A en kanaal B aansluiten. Kijk vóór elke meting alle BNC-
bussen op beschadiging en kortsluitingsgevaar na.
Indien de weerstand van de bron resp. de kabelcapaciteiten van een
directe kabelverbinding tussen meetobject en frequentieteller onbe-
kend zijn (zoals dit vaak het geval is bij hoge frequenties), dient u
53