9 Vervangen van het fijnfilter resp. van het actiefkoolfilter
9.1 Fijnfilter
3
Een verstopt fijnfilter is het duidelijkst herkenbaar aan het verminderde doorstromingsvermogen.
Het fijnfilter controleren:
•
Slang van membraan deksel verwijderen (zie ook punt 10)
•
De kraan openen en de hoeveelheid uitstromend water aan de uitgang van het fijnfilter meten: Bij minder dan
1 l/min. moet het fijnfilter worden vervangen.
Over het algemeen moet het eenmaal per jaar worden vervangen, bij een slechte kwaliteit van het water vaker.
•
9.2 Actiefkoolfilter
Het actiefkoolfilter dient eenmaal per jaar te worden vervangen, bij sterk gechloord leidingwater
•
(chloorgeur!) om de 6 maanden.
9.3 Vervangen van het fijnfilter resp. van het actiefkoolfilter
•
De kraan sluiten.
•
Slang van filter verwijderen (zie ook punt 10) en fittings eraf draaien.
•
De oude afdichtingsband van de fittings verwijderen. De schroefdraad van de fittings tegen de inschroefrichting
in telkens ca. driemaal met teflonband (verkrijgbaar bij de doe-het-zelfzaak) omwikkelen. De fittings in het
nieuwe filter schroeven. De algemene aanwijzingen voor fittings in acht nemen (zie punt 10).
•
Het filter weer op dezelfde plaats monteren en alle slangaansluitingen weer aanbrengen.
•
De kraan openen en de installatie op lekkage controleren.
10 Algemene aanwijzingen voor fittings en slangaansluitingen
E
•
De fittings met de met afdichtingsband omwikkelde schroefdraad er altijd langzaam en recht inschroeven.
•
Er ingeschroefde fittings NIET weer tegen de inschroefrichting in terugdraaien.
•
Slang verwijderen: Veiligheids clip verwijderen (E), houder naar onderen drukken (F) en slang verwijderen (G)
•
Slang monteren: Slang helemaal erop schuiven, veiligheids clip weer bevestigen.
11 Wat te doen indien... Storingen zelf opsporen
11.1 Wanneer de installatie lekt...
•
tussen fittings en reservoir:
De fitting er voorzichtig een halve tot hele slag verder indraaien. Helpt dat niet, dan moet de fitting met
teflonband opnieuw worden afgedicht. Zie daartoe ook punt 9 en 10.
•
tussen slang en fitting:
Slang verwijderen, ca. 2cm recht afsnijden en weer bevestigen (zie ook punt 10)
•
op het deksel van het membraanhuis:
De slangaansluiting losmaken en het deksel eraf schroeven. Controleren of de O-ring goed zit of scheuren
vertoont. Evt. een nieuwe O-ring aanbrengen. De O-ring licht met vaseline invetten en het deksel van de
behuizing weer stevig dichtschroeven. De slangaansluiting weer aanbrengen.
34
2
F
G