•
Karhu-kachels worden zorgvuldig ontworpen en getest. Als een kachel tijdens het gebruik na een onredelijk korte tijd beschadigd
raakt (bijvoorbeeld de behuizing of bovenkant is gescheurd of doorgebrand), kan op basis van onderzoeksgegevens met recht
zeggen dat de kachel niet volgens de instructies is gebruikt. Tylöhelo is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van onjuist
gebruik of gebruik in strijd met de instructies.
3. De kachel gebruiken
3.1. Brandstoffen
Gebruik in Karhu-kachels uitsluitend onbewerkt hout, bij voorkeur gehakt berkenhout of elzenhout (de maximale hoeveelheden
staan in tabel 2). De lengte van één stuk brandhout is ongeveer 35 cm. Vochtigheid 12-20%. LET OP! Vochtig of vermolmd hout
levert niet veel warmte en de uitstoot is hoger.
De houthoeveelheden in tabel 2 komen overeen met de waarden van een test van het nominale vermogen overeenkomstig EN-
15821, waarbij het volume van de saunaruimte het maximumvolume is. Gebruik dus eerst een kleinere hoeveelheid hout om te
bepalen welke houthoeveelheid geschikt is voor uw sauna.
De volgende materialen zijn niet toegestaan in de kachel: geïmpregneerd hout, hout met spijkers, spaanplaat, plastic,
geplastificeerd plaatmateriaal of papier. Vloeibare brandstoffen zijn niet toegestaan, ook niet om het vuur aan te steken, vanwege
het risico op een steekvlam. Verbrand geen grote hoeveelheden van kleine stukjes hout, zoals snippers of kleine stukjes, omdat
deze een groot kortstondig verhittingseffect hebben.
Brandhout mag niet direct naast de kachel worden bewaard. Let op de veiligheidsafstanden.
3.2. De luchtstroom regelen
De kachel is ontworpen voor de beste prestaties bij een onderdruk van het rookkanaal van ongeveer -12 Pa. Als het rookkanaal
lang is, kan deze optimale grens voor onderdruk worden overschreden. Pas de trek en de verbrandingsluchtstroom met een
smoorklep aan tot de geschikte waarden. Pas op voor koolmonoxide. De smoorklep mag niet te ver worden gesloten!
Bij het aansteken van het mag de deur een ogenblik op een kier blijven staan. De aslade moet gesloten zijn. Deze wordt niet
geopend tijdens het stoken. De verbrandingslucht is afkomstig uit een andere bron. De aslade heeft een vergrendeling om te
voorkomen dat deze opengaat terwijl het vuur brandt.
3.3. Het verwarmingsrendement regelen
De hoeveelheid hout bij het stoken bepaalt het verwarmingsrendement. In tabel 2 staan de juiste hoeveelheden hout waarmee de
kachel gegarandeerd in overeenstemming met de CE-markering brandt.
Het verwarmingsrendement hangt af van de kwaliteit en de hoeveelheid van de brandstof. Verbrand geen te lange stukken hout
in de kachel.
3.4. Aansteken
•
Plaats de eerste lading hout losjes in de kachel. (De maximale hoeveelheid, zie tabel 2.)
•
Leg aanmaakhout tussen de houtblokken en steek het aan.
•
U kunt de kacheldeur een ogenblik open laten staan terwijl de blokken gaan branden.
3.5. De kachel stoken
Voeg de daadwerkelijke stooklading toe als het vuur bijna tot kooltjes is verbrand. (De maximale hoeveelheid, zie tabel 2.)
Voeg het hout in de lengte toe, evenwijdig aan de openingen in het rooster. Sluit de kacheldeur.
De sauna is doorgaans binnen 40 tot 50 minuten klaar voor gebruik en u hoeft voor één saunasessie geen hout meer toe te
voegen.
3.6. Langdurige verwarming
Als de saunasessie langer duurt, de omstandigheden koud zijn enz., kan een extra lading hout nodig zijn voor langdurige
verwarming. Wanneer de eerste lading tot kooltjes is verbrand, vult u de kachel bij met meer hout, evenwijdig aan het rooster. (De
maximale hoeveelheid, zie tabel 2.)
4. Onderhoud en reparatie
4.1. De kachel reinigen
U kunt het oppervlak van de kachel reinigen met een mild schoonmaakmiddel en een vochtige zachte doek.
Reinig de ruit van de kacheldeur met een roetreinigingsmiddel (bijvoorbeeld Noki Pois), dat verkrijgbaar is bij de bouwmarkt.
4.2. De as verwijderen
Door overtollige as wordt de levensduur van het rooster verkort en brandt de kachel minder goed. Verwijder vóór de volgende
brandbeurt alleen koude as, met een metalen emmer of iets dergelijks om brandgevaar te voorkomen. Open de deur om de aslade
eruit te trekken om deze te legen.
4.3. De schoorsteen vegen
De opening in het stenencompartiment is een roetluik (afgedekt met een kap).
De binnendelen van de kachel reinigt u via het roetluik, afhankelijk van het gebruik twee tot zes keer per jaar.
Hiervoor moet u het stenencompartiment leegmaken. U kunt van de gelegenheid gebruikmaken om de staat van de stenen te
controleren. U opent het roetluik door de kap zijwaarts te openen.
Als de kap vastzit door de temperatuurschommelingen, gebruikt u een wrikijzer of een hamer.
Gebruik niet meer dan de in de tabel genoemde hoeveelheden hout.
Laat de kachel niet roodgloeiend worden.
7