Télécharger Imprimer la page

Ferroli ATLAS 32 Instructions D'utilisation, D'installation Et D'entretien page 29

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 21
ATLAS
NL
1. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Lees de aanwijzingen in deze handleiding aandachtig door en leef ze na.
Na de installatie van de ketel moet u de gebruiker informeren over de werking en moet u hem deze handlei-
ding overhandigen, die een integraal en essentieel onderdeel vormt van het product. De handleiding moet
zorgvuldig bewaard worden voor verdere raadpleging.
De installatie en het onderhoud moet door technisch gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd en met ina-
chtneming van de geldende normen en overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant. Alle ingrepen op
verzegelde regelinrichtingen zijn verboden.
Verkeerde installatie of slecht onderhoud kan letsel veroorzaken aan personen of dieren en tot materiële
schade leiden. De fabrikant aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die veroorzaakt is door
een niet goed uitgevoerde installatie, oneigenlijk gebruik en het niet opvolgen van de aanwijzingen.
Alvorens een willekeurige reinigings- of onderhoudswerkzaamheid uit te voeren, het apparaat van het elek-
triciteitsnet loskoppelen door de hoofdschakelaar van de installatie uit te schakelen en/of de daarvoor be-
stemde afsluitsystemen te activeren.
In geval van storingen en/of als het apparaat slecht werkt, moet het uitgeschakeld worden. Er mogen op geen
enkele wijze pogingen tot reparatie of andere ingrepen worden ondernomen. Wend u zich uitsluitend tot te-
chnisch gekwalificeerd, geautoriseerd personeel. Eventuele reparaties-vervanging van producten mogen ui-
tsluitend door technisch gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd en uitsluitend met gebruik van originele
onderdelen ter vervanging. Het niet naleven van bovenstaande voorschriften kan tot gevolg hebben dat het
apparaat niet veilig meer is.
Dit apparaat mag alleen bestemd worden voor het doel waarvoor het uitdrukkelijk is uitgerust. Ieder ander
gebruik wordt als oneigenlijk, en dus gevaarlijk beschouwd.
De onderdelen van de verpakking mogen niet binnen het bereik van kinderen worden achtergelaten, want
dat kan gevaar opleveren.
De afbeeldingen in deze handleiding zijn een vereenvoudigde voorstelling van het product. Er kunnen lichte
en niet-significante verschillen zijn tussen deze voorstelling en het geleverde product.
2. GEBRUIKSAANWIJZING
2.1 Presentatie
Beste klant,
Wij danken u dat uw keus is gevallen op FERROLI, een ketel volgens geavanceerd concept en
vooruitstrevende technologie, een uiterst betrouwbare constructie van hoogstaande kwaliteit. Wij
verzoeken u deze handleiding aandachtig door te lezen, want er staan belangrijke veiligheidsvo-
orschriften in vermeld omtrent installatie, gebruik en onderhoud.
ATLAS is een hoge-rendements warmtegenerator voor levering van warm water voor verwar-
ming, geschikt om met blaasbranders op gas of olie te werken. De verwarmingsketel bestaat uit
gietijzeren elementen, met dubbelkegelvormige en stalen trekstangassemblage , waarvan het pro-
fiel voorzien is van optimaal verdeelde vleugels, hetgeen tot hoge warmte-efficiëntie en dus aan-
zienlijke energiebesparing leidt .
2.2 Bedieningspaneel
1
°C
60
40
80
20
100
0
120
°C
fig. 1 - Bedieningspaneel modellen ATLAS 32-78
1
30
°C
60
40
80
20
100
0
120
0
°C
fig. 2 - Bedieningspaneel modellen ATLAS 95
Legende
1 =
Thermometer
2 =
Ontstekingsschakelaar
3 =
Veiligheidsthermostaat met handbediende reset
4 =
Regelknop temperatuur of 1° stadium
5 =
Regelknop temperatuur of 2° stadium
2.3 In- en uitschakelen
Aanzetten verwarmingsketel
Maak de brandstofkleppen open.
Schakel de stroom naar het apparaat in.
Druk op knop 2 van fig. 1 om ketel en brander te voeden. Raadpleeg voor de werking van de bran-
der de betreffende handleiding .
Uitschakelen verwarmingsketel
Voor korte onderbrekingen drukt u op knop 2 van fig. 1 op het bedieningspaneel en zet u hem in
stand "0". Wanneer de ketel langere tijd niet gebruikt wordt, moet u niet alleen knop 2 indrukken,
maar tevens de brandstofafsluitklep dichtdoen. Om vorstschade te voorkomen wanneer de ketel
in de winter langere tijd niet gebruikt wordt moet de verwarmingsinstallatie met een speciale anti-
vriesvloeistof gevuld worden of volledig afgetapt worden .
2
3
4
30
60
0
90
4
5
3
60 30
60
90
0
90
cod. 3540S123 - 02/2010 (Rev. 00)
2.4 Instellingen
Regeling van verwarmingstemperatuur
De gewenste temperatuur in de installatie instellen met de regelthermostaat 4 van fig. 1.
Voor model ATLAS 95 de temperatuur van de 2de trap met de regelthermostaat 5 instellen op een tem-
peratuur die10°C minder bedraagt dan die van de 1ste trap.
A
BELANGRIJK: de temperatuur van de 2de trap moet altijd lager dan die van de 1ste trap
ingesteld worden..
4
Regeling van de omgevingstemperatuur (met optionele omgevingsthermostaat)
Stel met behulp van de omgevingsthermostaat de voor de vertrekken gewenste temperatuur in. Als er
geen omgevingsthermostaat aanwezig is zorgt de verwarmingsketel ervoor dat het systeem op de inge-
stelde setpoint-temperatuur aan de drukzijde van de installatie gehouden wordt.
3. INSTALLATIE
3.1 Algemene regels
DE INSTALLATIE VAN DE VERWARMINGSKETEL MAG UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD
EN SPECIFIEK OPGELEID PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD, MET INACHTNEMING VAN
ALLE INSTRUCTIES VAN DEZE TECHNISCHE HANDLEIDING, VAN DE BEPALINGEN VAN DE GEL-
DENDE WETGEVING, VAN DE VOORSCHRIFTEN VAN DE PLAATSELIJK EN LANDELIJK VAN
KRACHT ZIJNDE NORMEN, EN VOLGENS DE REGELS VAN GOEDE TECHNIEK.
3.2 2.3 Installatieplaats
De verwarmingsketel moet in een aparte ruimte geïnstalleerd worden, met ventilatieopeningen naar bu-
iten, in overeenstemming met de geldende voorschriften. Als er zich in dezelfde ruimte meerdere bran-
ders of afzuigsystemen bevinden die tegelijk kunnen functioneren, moeten de ventilatieopeningen
zodanig van afmeting zijn dat alle apparatuur tegelijkertijd kan functioneren. De plaats van installatie
mag geen brandbare voorwerpen of materialen bevatten, bijtende gassen of vluchtige stoffen, die aan-
gezogen worden door de branderventilator en verstopping van de interne leidingen van de brander of
de verbrandingskop kunnen veroorzaken. Het vertrek moet droog zijn en mag niet blootstaan aan regen,
sneeuw of vorst.
A
Als het apparaat wordt ingebouwd of als er meubels naast worden gemonteerd, moet er rui-
mte worden vrijgehouden om de ommanteling te demonteren en de normale onderhoudswe-
rkzaamheden uit te voeren. Na montage van de verwarmingsketel met de brander op de deur
aan de voorzijde, moet er gecontroleerd worden of de deur probleemloos geopend kan wor-
den, zonder dat de brander tegen de muur of andere obstakels stoot.
3.3 Hydraulische aansluitingen
Het thermisch vermogen van het apparaat moet vooraf worden vastgesteld door berekening van
de warmtebehoefte van het gebouw volgens de geldende voorschriften. Voor een correcte en re-
gelmatige werking van de installatie is het noodzakelijk dat alle componenten zijn aangesloten.
Het is raadzaam om tussen de verwarmingsketel en de verwarmingsinstallatie afsluiters te plaat-
sen waarmee de verwarmingsketel zo nodig van de installatie geïsoleerd kan worden.
B
De afvoer van de veiligheidsklep moet worden verbonden met een trechter of een ver-
zamelleiding, om te voorkomen dat er water over de vloer loopt als er overdruk in het
2
verwarmingscircuit is. Indien dit niet gebeurt en de afvoerklep ingrijpt waardoor de rui-
mte onder water loopt, kan de fabrikant van de verwarmingsketel niet aansprakelijk
worden gesteld.
Gebruik de leidingen van de hydraulische installaties niet voor aarding van elektrische
apparaten.
Reinig, voordat u de installatie verricht, alle leidingen van het systeem zorgvuldig om eventuele
restmaterialen of vuil te verwijderen, die de goede werking van het apparaat nadelig kunnen beïn-
vloeden.
on
Verricht de aansluitingen op de overeenkomstige aansluitpunten volgens de afbeelding op en de
off
opcap. 5 het apparaat aangebrachte symbolen.
A
Het apparaat wordt zonder expansievat geleverd de aansluiting moet daarom door de
installateur worden verzorgd Bedenk hierbij dat de druk in de installatie, wanneer deze
koud is, tussen 1 bar moet liggen
Kenmerken van het water van de installatie
Bij een waterhardheidsgraad van meer dan 25° Fr (1°F = 10ppm CaCO3), is het noodzakelijk dat
het water op passende wijze behandeld wordt om afzettingen in de verwarmingsketel te voorko-
men. Na behandeling mag de hardheidsgraad niet minder dan 15°F bedragen (DPR 236/88 be-
treffende gebruik van water bestemd voor consumptie). Behandeling van het water is onontbeerlijk
bij uitgebreide installaties of bij frequente invoer van suppletiewater in de installatie.
B
Indien er een waterontharder bij de inlaat van het koude water van de verwarmingsketel
wordt geïnstalleerd, dient u erop te letten dat de hardheidsgraad niet te laag wordt daar
de magnesiumanode van de boiler daardoor sneller achteruit kan gaan.
Antivriessysteem , antivriesmiddel, additieven en remmende stoffen
Het gebruik van antivriesmiddelen , additieven en remstoffen is, indien noodzakelijk, uitsluitend to-
egestaan indien de fabrikant van dergelijke vloeistoffen of additieven garant staat voor het feit dat
zijn producten voor het betreffende doel geschikt zijn en geen schade veroorzaken aan de war-
mtewisselaar of aan overige componenten en/of materialen van de ketel en van de installatie. Het
is verboden antivriesmiddelen, additieven en remmende stoffen te gebruiken die bestemd zijn
voor algemene doeleinden en niet specifiek bedoeld voor verwarmingsinstallaties en ongeschikt
voor het materiaal waaruit verwarmingsketel en installatie samengesteld zijn.
60
5
fig. 3 - Temperatuurregeling model ATLAS 95
NL
60
29

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Atlas 47Atlas 62Atlas 78Atlas 95