Voor onvermijdbare werkzaamheden onder elek-
trische spanning geen geleidende trapjes gebruiken.
Gebruik het trapplatform niet als
overbrugging.
De constructie van het trapje niet wijzigen.
Het trapje niet bewegen als u er op staat.
Bij het gebruik in de open lucht voorzorgsmaat-
regelen tegen de wind treffen.
Niet van het trapje op een andere
oppervlak overstappen.
Het trapje voorafgaand aan gebruik
volledig openen.
Trapjes mogen niet als aanlegladders
worden gebruikt, tenzij zij daarvoor
zijn ontworpen.
Veiligheids-borgbeugel van het trapje
met maximaal 10 kg belasten.
Veiligheids-borgbeugel van het trapje
niet als zitvlak gebruiken.
Veiligheidsborgbeugel van het trapje
niet als treevlak gebruiken.
Het trapje is bestemd voor
beroepsmatige en voor
niets beroepsmatig gebruik.
6. Transport en opslag
AANWIJZING
Pas op voor beschadigingen!
Ondeskundig hanteren van het trapje tijdens
transport en opslag kan tot beschadigingen aan
het trapje leiden.
• Vóór en na gebruik en bij opslag en transport het
trapje veilig inklappen.
• Het trapje tijdens transport (bijv. Op imperialen
of in de auto) veilig bevestigen, om elke vorm van
schade te vermijden.
• Trapje moeten in overeenstemming met de
instructies van de fabrikant worden opgeslagen.
• Trapjes die uit thermoplast, duromere kunststof
en verstevigde kunststof bestaan of deze stoffen
bevatten, dienen buiten bereik van direct zonlicht
te worden opgeslagen.
• Trapjes op veilige afstand van ruimten opslaan,
waar hun toestand snel aangetast kan worden
(bijv. blootstelling aan vocht, hoge temperatu-
ren, weer en wind).
• Het trapje in een stand opslaan die ertoe
bijdraagt dat dit recht blijft (bijv. aan een lad-
derhouder aan de ladderbomen opgehangen of
neergelegd op een vlak, schoon ligvlak).
• Opslag van de ladder dient ingeklapt in een
droge omgeving in rechtop staande positie of
vlak neergelegd te geschieden.
• Het trapje op een plaats opslaan waar deze niet
door voertuigen, zware voorwerpen of vervuiling
beschadigd kan raken.
• Het trapje op een plaats opslaan, waar deze
geen struikelgevaar en geen obstakel vormt.
• Het trapje zo opslaan dat deze tegen spelende
kinderen is beschermd en geen obstakel vormt
voor personen.
• Het trapje niet op een plaats opslaan, waar deze
niet gemakkelijk voor criminele doeleinden kan
worden gebruikt.
• Bij langdurige opstelling van het trapje ervoor
zorgen dat deze niet door onbevoegde personen
wordt gebruikt (bijv. Door kinderen).
nl
55