Scherpte
Instelling van de beeldscherpte. Een hogere scherpte kan de beeldruis versterken.
Instelbaar zijn waarden tussen 0 en 100.
Belichtingsduur
Instellen van de max. belichtingstijd. Deze instelling is onafhankelijk van de iris-modus.
Dag/nacht-omsch.
De dag/nacht-omsch. biedt de opties auto, dag, nacht, tijdschema en trigger door alarmingang.
Auto
De camera schakelt, afhankelijk van de actuele lichtomstandigheden, automatisch tussen dag- en
nachtmodus. De gevoeligheid kan worden ingesteld tussen "0-7", waarbij 7 het hoogste
gevoeligheidsniveau is.
Dag
In deze modus maakt de camera alleen kleurenbeelden.
Neem het volgende in acht:
Gebruik deze modus alleen bij gelijkblijvende lichtverhoudingen.
Nacht
In deze modus maakt de camera alleen zwart/witbeelden.
Neem het volgende in acht:
Gebruik deze modus alleen bij zwakke lichtverhoudingen.
Tijdschema
In deze modus kunt u een start- en eindtijd voor de dagmodus instellen. Buiten het ingestelde
tijdsbestek schakelt de camera naar de zwart-witmodus.
Trigger door alarmingang
De camera wordt getriggerd door de alarmingang en wisselt bij een toestandswijziging naar de
kleuren- of de zwart-witmodus.
Status
Kies nacht zodat de camera bij het triggeren van een alarmingang naar de zwart-witmodus schakelt.
Kies dag zodat de camera bij het triggeren van een alarmingang naar de kleurenmodus schakelt.
Gevoeligheid
Instelling voor de omschakeldrempel voor de automatische dag-/nachtomschakeling (0 - 7).
Een lage waarde betekent een lagere belichtingssterkte voor de omschakeling naar de nachtmodus.
Filtertijd
Instelling van een vertraging tussen het herkennen van een noodzakelijke omschakeling tot aan de
actie.
BLC-bereik (tegenlichtcompensatie)
Met de tegenlichtcompensatie kunnen objecten voor een lichte achtergrond duidelijker worden
weergegeven. De belichting van de objecten wordt gecorrigeerd, maar de achtergrond wordt onscherp
weergegeven.
230
Nederlands