Een
1
weergegeven in de figuren 1, 2 en 3.
E
A
Bovenkorf (fig. 1)
C
A = Soepborden
B = Platte borden
B
D
C = Dessert borden
D = Lage kommetjes
E = Kopjes
F = Glazen
F
Bovenkorf (fig. 2)
2
A = Soepborden
B = Platte borden
B
C = Dessert borden
A
D = Lage kommetjes
C
E = Kopjes
G
D
F = Glazen op voetje
G = Glazen
H = Eéndelige bestekkorf
H
F
E
F
Onderkorf (fig. 3)
3
D
F
A G
A = Pan
B = Grote pan
C = Frituurpan
D = Deksels
E = Borden
F = Bestek
G = Ovenschalen
E
Het efficiënt beladen van de afwasmachine is
B
essentieel voor een goed wasresultaat.
C
Bestekkorf (fig. 4)
4
De bestekkorf is uitgerust in twee te scheiden delen,
die verschillende beladingen mogelijk maken.
De twee delen kunnen gescheiden worden door het
linkerdeel van het rechterdeel af te schuiven.
standaard
dagelijkse
belading
40
INFORMATIE VAN DE TESTLABORATORIA
wordt
Algemene programma vergelijking (Ref. EN 50242 standaard)
(Zie programma keuze)
1. Bovenkorfpositie: laag
2. Normale belading
3. Glansstand: 6
12 Internationale couverts (ref. EN 50242)
Figuur 5 laat de juiste belading van de bovenkorf zien, figuur 6 van de onderkorf
en fig. 7 bestekkorf.
5
G
E
C
C
D
H
6
Q
M
M
Bestekkorf (fig. 7)
Plaats de zijrekken in de onderste positie en vul deze
met 6 + 6 messen (R); plaats in de overgebleven
ruimte bestek met de handgrepen naar beneden.
Let op dat u niet meer dan twee besteksoorten in
hetzelfde bakje plaatst.
4. Hoeveelheid wasmiddel:
- 8 g voor voorwas;
- 22 g voor hoofdwas.
Bovenkorf (fig. 5)
A = 5 + 5 + 2 glazen
B = 12 lage kommetjes
C = 4 + 4 + 4 kopjes
D = Kleine schaal
C
E = Normale schaal
B
I
F = Grote schaal
G = 1 + 1 vorken
F
H = 1 + 1 lepels
I = 3 + 3 + 3 + 3 dessertlepels
L = 3 + 3 + 3 + 3 theelepels
H
A
L
Onderkorf (fig. 6)
N
M = 8 + 4 soepborden
N = 11 + 1 platte borden
O = 12 dessert bordjes
N
P = Dienblad
Q = Bestek
P
O
41
7
R