N E D E R L A N D S
Controleer regelmatig het snoer en laat dit bij
beschadigingen door een erkend D
Service-center repareren. Controleer het
verlengsnoer regelmatig en vervang het in geval
van beschadiging. Houd de bedieningsorganen
droog en vrij van olie en vet.
19 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine vóór gebruik zorgvuldig
op beschadigingen om er zeker van te zijn dat
deze naar behoren zal functioneren. Controleer
of de bewegende delen niet klemmen, verdraaid
of gebroken zijn. Ga na of de accessoires en
hulpstukken correct zijn gemonteerd en of aan
alle andere voorwaarden voor een juiste werking
is voldaan. Ga bij vervanging of reparatie van
beschadigde veiligheidsinrichtingen of defecte
onderdelen te werk zoals aangegeven.
Gebruik geen machine waarvan de schakelaar
defect is. Laat de schakelaar vervangen door een
erkend D
WALT Service-center.
E
20 Wendt u voor reparaties tot een erkend
D
WALT Service-center
E
Deze elektrische machine voldoet aan alle
geldende veiligheidsvoorschriften. Ter
voorkoming van ongevallen mogen reparaties
uitsluitend door daartoe bevoegde technici
worden uitgevoerd.
Extra veiligheidsrichtlijnen voor cirkelzagen
Aansluiten op het net, IN- en UITschakelen
• Controleer altijd of het apparaat uitgeschakeld is
voordat u het aansluit op het net.
• Verwijder de sleutel voor het vervangen van de
zaagbladen voordat u de zaag INschakelt.
• Pas als het zaagblad onbelast draait, mag het
apparaat UITgeschakeld worden.
Het zagen
• Verwijder alle spijkers en metalen voorwerpen uit
het werkstuk voordat u het apparaat INschakelt.
• Het zagen van zeer kleine werkstukken wordt
afgeraden.
• Na het UITschakelen niet proberen het zaagblad
af te remmen door tegen de zijkant van het blad
te drukken.
• Schakel het apparaat steeds UIT alvorens het op
een tafel of werkbank te leggen.
nl - 3
Beveiligingen
WALT
• De cirkelzaag mag uitsluitend worden gebruikt
E
voor het zagen van hout en plastic.
• Controleer of alle beschermkappen perfect
functioneren.
• Nooit de beschermkappen blokkeren.
• Gebruik de zaag niet wanneer de beschermkap
geblokkeerd is.
• Verwijder nooit het spouwmes.
• Zorg voor een juiste montage van het spouwmes; de
afstand tussen de zaagtanden en het zaagblad dient
maximaal 5 mm te bedragen, terwijl het
hoogteverschil tussen het spouwmes en de getande
rand maximaal 5 mm dient te zijn (zie fig. G).
Controleren en verwisselen van het zaagblad
• Gebruik alleen zaagbladen die voldoen aan de
specificaties in deze handleiding.
• Zaagbladen van hooggelegeerd HSS-staal zijn
niet geschikt.
• Gebruik uitsluitend scherpe zaagbladen die in
goede conditie zijn; gebarsten of verbogen
zaagbladen dienen onmiddellijk te worden
vervangen.
• Controleer of het zaagblad goed is bevestigd en
controleer de draairichting.
Stationair gebruik
• Controleer bij gebruik van een zaagtafel of de
zaagspleet wijd genoeg is voor het zaagblad.
• Gebruik voor het schulpzagen van smalle
werkstukken (smaller dan 80 mm) een
langsgeleider. Leg deze tegen het werkstuk aan.
• Bij het zagen van vastgeklemde werkstukken
moet een beveiliging tegen het terugslaan van
werkstukken worden gebruikt.
• Bij het zagen van ronde stukken hout moet het
werkstuk goed vastgeklemd worden om
wegglijden te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de afgezaagde stukken hout niet
door de tanden van het zaagblad worden
gegrepen en in de lucht gegooid.
Beveiliging tegen terugslag
• Terugslag treedt op wanneer de zaag plotseling
vastloopt of in de richting van de gebruiker wordt
gedreven. Laat de AAN/UIT-schakelaar
onmiddellijk los wanneer het zaagblad of de
motor vastlopen.
40