2
NL
Hartelijk dank!
Hartelijk dank dat u voor een EUROM TP tuinpomp gekozen hebt. U hebt daarmee een goede
keus gemaakt! Wij hopen dat hij tot uw volle tevredenheid zal functioneren.
Voor uw eigen veiligheid is het van het grootste belang dat u dit instructieboekje vóór gebruik
aandachtig en in zijn geheel doorleest en ook begrijpt. Bewaar het vervolgens om het in de toe-
komst nog eens te kunnen raadplegen.
Bewaar ook de verpakking: dat is de beste bescherming voor uw tuinpomp tijdens de opslag
buiten het seizoen.
1. ALGEMENE INFORMATIE
Dit instructieboekje is samengesteld om correcte installatie, juist gebruik en adequaat onder-
houd van de EUROM TP tuinpompen te waarborgen. Wij adviseren u dringend het geheel en
aandachtig door te lezen voor gebruik.
De EUROM TP-tuinpompen zijn elektrische centrifugaalpompen, zelf-aanzuigend en uitgevoerd
met een injecteursysteem dat aanzuigen tot 8 meter mogelijk maakt. U hoeft er slechts een
voetklep op aan te sluiten.
De pompen zijn ontworpen voor gebruik met schoon water met een maximumtemperatuur van
35°C. Gebruik met vuil water, warmer water of andere vloeistoffen dient te worden voorkomen.
EUROM TP-tuinpompen zijn vervaardigd uit eerste kwaliteit materialen, onderworpen aan de
zwaarste hydraulische en elektrische testen en zorgvuldig gecontroleerd.
Wanneer u de in dit boekje beschreven instructies en de elektrische tabel nauwgezet volgt zal u
dat helpen een correcte installatie tot stand te brengen. Doet u dit niet, dan kan overbelasting
van de motor en allerlei andere ongewenste complicaties het gevolg zijn. Fabrikant en impor-
teur aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van foutief, onoordeelkundig
en onachtzaam gebruik.
2. INSTALLATIE
De elektropomp dient zo dicht mogelijk bij het wateroppervlak te worden geplaatst om een mi-
nimale aanzuighoogte te realiseren en zo het verlies van opvoerhoogte te reduceren.
Wanneer u de pomp permanent installeert, dient u hem op de ondergrond vast te zetten mid-
dels de gaten in de pompsteun.
De pomp moet op een droge plaats worden geïnstalleerd, zodanig dat hij onder geen omstan-
digheid onder water komt te staan.
Het niet in acht nemen van de bovenvermelde voorschriften kan schade aan de pomp en de
hele installatie tot gevolg hebben!
3. SLANGAANSLUITINGEN
De aanzuigslang moet bestand zijn tegen onderdruk. Het uiteinde dient minimaal 30 cm. onder
water te worden gehouden om de vorming van draaikolkjes met de daarbij onvermijdelijke
luchtaanzuiging te voorkomen.
Aansluitingen en verbindingen dienen absoluut waterdicht te zijn. Houd het aantal bochten en
krommingen in de slangen zo klein mogelijk! Zorg er wel voor dat de helling van de aanzuig-
slang minimaal 2% bedraagt.
De afvoerslang moet een diameter hebben die gelijk is aan, of groter is dan de pompuitgang.
4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
De elektrische installatie dient volgens de geldende voorschriften geïnstalleerd te zijn en te zijn
voorzien van een aardlekschakelaar van 30 mA.
Het gebruikte stopcontact dient 230V – 50Hz af te geven.