NL
BESCHRIJVING
De nummers in de tekst verwijzen naar de diagram
men op pagina 2-3.
1. Luchtuitlaat met snelkoppeling
2. Accessoires compartiment
3. Handgreep
4. Schakelaar
5. Netsnoer
6. Snelkoppeling
7. Connector
8. Luchtpistool
9. Manometer
10. Ontluchtingsventiel
11. Trekker
12. Verlengstuk
13. Slang met luchtkoppeling
14. Luchtslang
15. Balnaald
16. Universele adapter klein
17. Ventieladapter
18. Universele adapter
19. Mondstuk-adapter voor de mondstuk-set
20. Mondstuk-set
3. BEDIENING
Alleen voor doe-het-zelf doeleinden.
Dit apparaat trilt tijdens gebruik. Plaats het
apparaat tijdens gebruik altijd achterwaarts
op de rubberen voeten.
Het apparaat aansluiten (Fig. A)
1. Open het deksel en neem de luchtslang (14) en
de benodigde accessoires uit het opbergvak (2).
2. Zet de AAN/UIT-schakelaar (4) in de 'O' positie
(uitgeschakeld).
3. Steek het netsnoer (5) in een stopcontact.
Controleer voordat u het apparaat gebruikt
dat de spanning van het stopcontact
overeenkomt met de specificaties op het
typeplaatje. Lange netsnoeren, verleng-
snoeren, kabelhaspels etc. kunnen de
spanning verlagen wat het starten van de
motor kan belemmeren.
Dit apparaat trilt tijdens gebruik. Plaats het
apparaat tijdens gebruik altijd achterwaarts
op de rubberen voeten.
20
Aan/uitschakelaar (Fig A)
• Zet de AAN/UIT-schakelaar (4) in de 'I' positie
om het apparaat in te schakelen.
• Zet de AAN/UIT-schakelaar (4) in de 'O' positie
om het apparaat uit te schakelen.
Het apparaat is niet ontworpen voor
doorlopend gebruik. Om te voorkomen dat
de motor oververhit raakt, mag het apparaat
alleen als volgt gebruikt worden: Binnen
een periode van 10 minuten mag het
apparaat slecht 15% (1,5 min) van de
periode gebruikt worden. Tijdens de rest
van de periode (8,5 minuten) moet het
apparaat afkoelen.
Het luchtpistool aansluiten (Fig. B1)
• Steek de connector (7) van het luchtpistool (8)
in de snelkoppeling (6) van de luchtslang. De
connector klikt tijdens het drukken stevig vast
en vergrendeld het luchtpistool.
Het luchtpistool verwijderen (Fig. B2)
Let op dat u tijdens het loslaten van de
snelkoppeling de koppeling vasthoud om
uzelf te beschermen tegen letsel veroor-
zaakt door de terugverende slang.
• Trek de koppeling van de snelkoppeling (6) naar
achteren en verwijder het luchtpistool.
Het luchtpistool gebruiken als uitblaaspistool (Fig. C)
Op deze manier kan het luchtpistool (8) gebruikt
worden voor verschillende reinigingsdoeleinden
en het reinigen van moeilijk bereikbare plaatsen.
De trekker (11) op het luchtpistool (8) zorgt voor
nauwkeurige dosering van het luchtvolume.
1. Draai de slang(13) uit het luchtpistool (8).
2. Vervang het met het verlengstuk (12).
Het luchtpistool gebruiken voor het oppompen van
autobanden (Fig. C & D)
Op deze manier kan het luchtpistool (8) gebruikt
worden voor het oppompen van autobanden, lucht-
bedden, etc.
1. Als de slang (13) nog niet is aangesloten, sluit
deze dan aan op het luchtpistool (8) door de
slang vast te draaien.
2. Sluit de slang met luchtkoppeling (6d) direct
aan op het ventiel van het voorwerp dat moet
worden opgeblazen. Aansluiten: druk op de
WWW.VONROC.COM