Selectie sproeibeeld:
A: verticale vlakke straal
-> voor horizontale vlakken
B: horizontale vlakke straal
-> voor verticale vlakken
C: ronde straal
-> voor hoeken en randen en moeilijk toeganke-
lijke vlakken
Verwondingsgevaar!
Activeer nooit de trekker als u de instelling van de
straal uitvoert.
6.4 Instelling van de hoeveelheid materiaal
(fi g. 8)
De hoeveelheid van de stof kan door de regeling
van de hoeveelheid (6) door draaien worden in-
gesteld.
- richting ->
minder materiaal
+ richting ->
meer materiaal
6.5 Sproeitechnieken
•
Het sproeiresultaat is doorslaggevend afhan-
kelijk van de gladheid en zuiverheid van het
oppervlak. Daarom moet het oppervlak zorg-
vuldig voorbehandeld en stofvrij zijn.
•
Vlakken, schroefdraden en dergelijke die niet
moeten worden besproeid, moeten worden
afgedekt.
•
Men moet er in principe voor zorgen dat er
karton of iets dergelijks als ondergrond wordt
gebruikt. Hierop kunt u ook en sproeiproef
uitvoeren, om de passende instelling vast te
stellen.
Belangrijk:
U moet met het sproeien beginnen buiten het sp-
roeivlak en onderbrekingen binnen het sproeivlak
moeten worden vermeden.
•
Verkeerd (fig. 9): Wanneer u het sproeipistool
alleen neigt, dan ontstaat er een sterk nevel-
vorming en een ongelijkmatige kwaliteit van
het oppervlak.
•
Juist (fig. 10): Houd het verfsproeipistool
absoluut op een gelijkmatige afstand van
5-15cm van het te bewerken vlak.
•
Beweeg het verfsproeipistool gelijkmatig
dwars resp. op en neer, al naargelang sproei-
instelling.
•
Een gelijkmatige geleiding van het sproeipi-
stool levert een gelijkmatige kwaliteit van het
Anl_TC_SY_400_500_SPK9.indb 82
Anl_TC_SY_400_500_SPK9.indb 82
NL
oppervlak op.
•
Indien resten van de stof achterblijven aan
het mondstuk (3) en de luchtklep (2), dan
moeten beide delen met oplosmiddel resp.
water worden gereinigd.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
- 82 -
07.06.2018 08:29:25
07.06.2018 08:29:25