4
Opbouw van het apparaat
Bedieningspaneel Quasar 6
4.2
1
2
Schakelt achtereenvolgens
3
1 x indrukken: V
2 x indrukken: V
3 x indrukken: V
4 x indrukken: allemaal uit
4
5
5
Eerste inbedrijfstelling
Quasar 6
Om de maximale bedrijfstijd te realiseren, moet bij de eerste inbedrijfstelling van de Quasar 6
de
geïntegreerde accuset (4,8 V / 2x2,4V) met het meegeleverde oplaadapparaat worden opgeladen.
(zie hoofdstuk 6.2).
Attentie!
Alleen de meegeleverde oplader gebruiken.
6
Voeding
6.1
Accu plaatsen
De Quasar 6 heeft voor de werking
2 NiMH - accupacks nodig.
•
De lipjes rechts en links op het deksel van het
accuvak indrukken.
•
Deksel van accuvak verwijderen.
•
Accupacks volgens opgave plaatsen.
Op de juiste richting van de polen letten!
(Zie afbeelding).
•
Deksel weer op het accuvak plaatsen en
vastdrukken.
•
Erop letten, dat beide lipjes weer vergrendelen.
Gebruiksaanwijzing Quasar 6
Toets
„Pulsfunctie"
Schakelt de pulsfunctie
in/uit.
LED-aanduiding
„Pulsfunctie"
Brandt groen bij actieve
pulsfunctie.
Toets „Vertical"
de vier verticale stralen in
c.q. allemaal gelijk uit
(zie hoofdstuk 3.1).
+V
1
2
+V
+V
1
2
+V
+V
1
2
Toets „Horizontal"
Schakelt de horizontale
straal in c.q. uit.
LED-aanduiding „Akku"
Knippert rood bij zwakke
voedingsspanning.
Brandt rood bij onvoldoende
voedingsspanning.
2
1
3
+V
3
4
4
3
5
-
-
NL
4
39