1
2
3
4
5
6
7
8
1
1
2.
1.
10
11
12
13
14
15
2
2
Productoverzicht
9
1
Veiligheidsknop
2
Onderste aan/uit-knop
3
Bovenste vergrendeling
4
Veiligheidsklep
5
Onderste vergrendeling
6
Hoofdhendel
7
Batterijdeksel
8
Wieltje
Gebruik van het apparaat
Let op! Controleer de bladen
en de bevestigingselemen-
ten op schade alvorens het appa-
raat te gebruiken. Gebruik het ap-
paraat niet als het is beschadigd.
1. Het apparaat beschikt over een vei-
ligheidsschakelaar. Om het appa-
raat in te schakelen, houd u de vei-
ligheidsknop 1 ingedrukt, kantelt u
het apparaat naar achter, drukt u
op de aan/uit/knoppen 2 of 10 en
laat u de veiligheidsknop 1 los.
2. Houd de aan/uit-knoppen 2 of
ONDERSTE HENDEL
3
Zet de onderste hendel 12
rechtop en sluit de onderste
vergrendeling 5.
Let op! Gebruik het apparaat zonder ingeschakelde vergrendelingen.
OPVANGZAK
1
Bevestig de twee onderste de-
len van de opvangzak 13, en be-
vestig vervolgens de deksel van
de opvangzak.
Aanpassingen
9
Handvat
10 Bovenste aan/uit-knop
11 Bovenste hendel
12 Onderste hendel
13 Opvangzak
14 Hoogteregeling-vergrendeling
15 Snijdblad
10 ingedrukt en wacht totdat het
apparaat de volledige snelheid
heeft bereikt.
3. Plaats beide handen op de bo-
venste hendel 9, zet het apparaat
op de grond en duw het apparaat
langzaam naar voren.
4. Begin in parallelle banen te maaien.
Voor een beter resultaat herhaalt u
het proces in een hoek van 90°.
5. Om het apparaat uit te schakelen,
laat u de aan/uit-knoppen 2 of 10
los. Wacht totdat het blad helemaal
stil staat voordat u de verder gaat.
BOVENSTE HENDEL
4
Installeer de bovenste hen-
del 11 aan de onderste hendel
12 zoals afgebeeld en gebruik
hiervoor de bovenste vergren-
deling 3.
2
Zet de opvangzak 13 onder-
steboven en installeer de twee
schroeven van de opvangzak.
NL
57