PerfectView CAM604
• Bevestig de kabel veilig in het voertuig om verstrikken (gevaar om te vallen) te
vermijden. Dit kan gebeuren door kabelbinders, isolatieband of door
vastplakken met lijm.
• Bescherm iedere doorvoer aan de buitenkant d.m.v. geschikte maatregelen
tegen het binnendringen van water, bijv. door de kabel met afdichtingspasta
aan te brengen en door de kabel en de doorvoertule in te spuiten met
afdichtingspasta.
I
INSTRUCTIE
Begin met het afdichten van de doorvoeren pas nadat alle instelwerk-
zaamheden aan de camera zijn voltooid en de benodigde lengtes van
de aansluitkabels vastliggen.
7.2
Connector gebruiken
Om loszittende contacten bij de connectors te vermijden, is het belangrijk dat de
kabeldiameters bij de connectors passen.
Ga als volgt te werk om de connectors te gebruiken:
➤ Leg de kabel die afgetapt moet worden in de voorste groef van de connector
(afb. a A, pagina 5).
➤ Leg de nieuwe kabel met het uiteinde tot ca. 3/4 in de achterste groef
(afb. a B, pagina 5).
➤ Sluit de connector en druk met een combinatietang het metalen verbindings-
plaatje in de connector, zodat er een stroomverbinding tot stand gebracht wordt
(afb. a C, pagina 5).
➤ Druk het beschermingskapje naar beneden en laat het bij de connector
vastklikken.
➤ Controleer de bevestiging van de connector door trekken aan de kabel
(afb. a D, pagina 5).
NL
Instructies voor de elektrische aansluiting
111