Nederlands
2. Voor andere schreoven
Schroef-
Schroevedraaier
kop
3. Plastic doos
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op
ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
Vastdraaien van schroeven met zeskante kop.
Vastdraaien van drywall-schroeven, houtschroeven
en zelf-borende schroeven.
VOOR HET GEBRUIK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Controleren of de netschakelaar op „UIT" staat. Wanneer
de stekker op het net aangesloten is, terwijl de schakelaar
op „AAN" staat, begint het gereedschap onmiddellijk
te draaien, hetwelk ernstig gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer
moet zo kort mogelijk gehouden worden.
4. Controle van de draairichting van het gereedschap
(Afb. 1)
Het gereedschap draait met de klok mee (gezien
vanuit de achterkant), wanneer de schakelpal op "R"
staat. Wanneer de pal op "L" geschakeld staat, draait
het gereedschap tegen de klok in en kan gebruikt
worden voor het los-en eruitdraaien van schroeven.
5. Stel de aandraaidiepte af (Afb. 2).
De aandraaidiepte kan afgesteld worden door de
zoeker naar rechts te draaien en links te klikken.
(1) Voor schroevenmet zeskante kop:
Zet de schroef in de zeskante dop en stel de afstand
tussen het uiteinde van de sub-stopper en de
25
nr.1
nr.2
nr.3
nr.1
Magnetische boorhouder
nr.2
(Kort type)
nr.1
nr.2
nr.3
nr.1
Magnetische boorhouder
nr.2
Afstand B
4 mm
5 mm
Niet-magnetische boorhouder
Boorhouder
onderkant van de schroefkop in op 1–1,5 mm, zoals
afgebeeld in Afb. 3.
(2) Voor Drywall-schroeven:
Zet een Drywall-schroef op de schroevendraaierpunt
en stel de afstand tussen het uiteinde van de sub-
stopper en de schroefkop in op 1,5–2 mm, zoals
afgebeeld in Afb. 4.
(3) Voor zelftappende kruiskopschroeven:
Zet
een
zelftappende
schroevendraaierpunt en stel de afstand tussen het
uiteinde van de sub-stopper en de onderkant van
de schroefkop in op 1–1,5 mm, zoals afgebeeld in
Afb. 5.
6. Bevestiging van de boor
Zie
"Aanbrengen
schroevendraaier" voor nadere byzonderheden.
AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN DE
ZESKANTE BUS OF DE SCHROEVENDRAAIER
1. Verwijderen van de zeskante bus (Afb. 6)
(1) Trek de Sub-stopper uit de Locator terwijl u de Sub-
stopper ronddraait.
(2) Verwijder de zeskante bus. Houd deze met uw hand
vast of klem hem in een bankschroef terwijl u de
schroevendraaier er met een tang uit trekt.
2. Verwijderen van de schroevendraaierpunt (Afb. 7)
Verwijder de sub-stopper (G) zoals beschreven bij
het verwijderen van de zeskantdop, verwijder de
boorhouder en trek vervolgens de schroeven-
draaierpunt eruit met een tang.
3. Verwijderen van de schroevendraaierpunt (Afb. 8)
Verwijder de sub-stopper (F) zoals beschreven bij
het verwijderen van de zeskantdop, verwijder de
boorhouder en trek vervolgens de schroeven-
draaierpunt eruit met een tang.
4. Aanbrengen van de zeskante bus of de
schroevendraaier
Monteer de schroevendraaier in de omgekeerde
volgorde van het verwijderen.
DE SCHROEVENDRAAIER GEBRUIKEN
1. Schakel de bediening en de draaisnelheid in
De draaisnelheid van de bit kan tussen 0 – 6000 min
(W6VM) of 0 – 4500 min
(W6VA4) of 0 – 2600 min
Sub-stopper
Sub-stopper (G)
Sub-stopper (F)
schroef
op
en
verwijderen
van
-1
(W6V4) of 0 – 3000 min
-1
(W6VB3) of 0 – 1700 min
de
de
-1
-1
-1