r) Nooit wisselstukken of accessoires
gebruiken die niet door de constructeur werden
geleverd of goedgekeurd.
s) De motor uitzetten en de bougiedraad
lostrekken om onderhoudscontroles of werken
uit te voeren aan de machine en als deze niet
gebruikt wordt.
t) Steeds zorgen dat de verluchtingsopeningen
vrij van belemmeringen zijn.
u) De machine niet laten werken in de
nabijheid van ontvlambare of explositieve
materialen, vloeistoffen of gassen. Nooit
werken met de machine in kleine of slecht
verluchte ruimten aangezien, zodra de motor is
ingeschakeld, deze toxische uitlaatgassen
uitstoot. Deze gassen zijn geurloos en
onzichtbaar, en bijgevolg gevaarlijk. Bovendien
kunnen deze gassen, als ze worden
ingeademd, leiden tot bewusteloosheid en
zelfs tot de dood.
v) Draag gepaste werkkledij. Geen wijde
kleding of juwelen dragen die kunnen
vastraken in de bewegende delen van de
machine. Draag steeds een veiligheidsbril of
een andere ogenbescherming, een
gehoorbescherming (VERPLICHT als de
geluidsdruk groter is dan 80 dB (A)), een
veiligheidshelm (het is aan te raden een helm
met gelaatsbescherming te dragen), laarzen of
schoenen met antislipzolen, een lange en
stevige broek evenals sterke
werkhandschoenen. De gebruikte individuele
beschermingsuitrustingen (PBM's) moeten
voldoen aan de geldende normen.
2. Praktische tips voor het gebruik van de
machine in bosmaaierfunctie
a) Bij het aanzetten van de motor en als deze
draait uw lichaamsdelen, vooral handen en
voeten, uit de buurt van de snijdraad en het
maaiblad met 3 tanden houden. Start de
bosmaaier niet als deze omgekeerd is (kop in
de lucht) of als deze niet in correcte
werkpositie staat.
Het beschermcarter en andere
bescherminrichtingen hebben tot doel u te
beschermen, maar ze staan ook in voor een
correcte werking van het apparaat.
b) Gebruik uitsluitend een originele snijdkop en
bijpassende maaiblad met 3 tanden. Gebruik
nooit een metalen snijdorgaan in plaats van de
plastic draad. Gebruik het apparaat niet om
onkruid/gazon te maaien dat niet op de grond
groeit, bijvoorbeeld onkruid op muren, rotsen,
boven uw hoofd enz. Met het apparaat in
werking mag u geen keiachtige zones en
paden doorlopen.
Na de bosmaaier te hebben uitgezet draaien
het maaiblad en de nylon draad nog enkele
seconden, let dus goed op.
c) Een veiligheidsafstand van 15 m bewaren
rond de bosmaaier bij het gebruik. In de
werkzone is de gebruiker van de bosmaaier
verantwoordelijk voor ongevallen en schade
veroorzaakt aan anderen of aan zijn goederen
door het gebruik van het apparaat. Het gebruik
van de machine stopzetten als zich personen,
in het bijzonder kinderen, of huisdieren, in de
nabijheid bevinden.
d) De omgeving van de uitlaat of van de
cilinder, die gloeiend heet worden tijdens het
gebruik, niet aanraken.
e) De bosmaaier met de rechterhand
vasthouden aan de handgreep met trekker en
met de linkerhand op de voorste handgreep.
De twee handgrepen stevig vasthouden tijdens
de werking. De bosmaaier moet in een
comfortabele positie worden vastgehouden, de
achterste handgreep moet zich ongeveer op
de hoogte van de heup bevinden.
f) De bosmaaier steeds met vol regime
gebruiken. Hoge gewassen van hoog naar
laag maaien. Dit voorkomt dat het gewas zich
rond de buis van de motoras en van de
snijdkop krult, wat schade door oververhitting
zou kunnen veroorzaken. Als het gewas zich
rond de snijdkop krult, de motor uitzetten, de
bougiedraad loskoppelen en het gewas
verwijderen. Langdurig werken aan half
toerental zou wegvloeien van de olie via de
uitlaat veroorzaken.
3. Oorzaken van terugstuiten en preventie
door de operator bij het gebruik van het
maaiblad met 3 tanden
Als het werktuig is uitgerust met een maaiblad
dit met de grootste omzichtigheid gebruiken.
Een terugstuit van het maaiblad kan zich
voordoen als dit in contact komt met een
voorwerp dat het niet kan snijden. Dit contact
kan een korte blokkering van het maaiblad
veroorzaken, waardoor het werktuig gaat
"terugstuiten" in tegengestelde richting aan het
geraakte voorwerp. Dit kan vrij krachtig zijn en
de controle over het werktuig doen verliezen.
Om het maaien te vergemakkelijken en de
veiligheid te waarborgen, werken met een
beweging van rechts naar links. Om het
terugstuiteffect te voorkomen de onderstaande
veiligheidsinstructies naleven :
35